Het respijt dat de vijand ook die dag aan de Belgen gunde, kon niet met lanterfanten gevuld worden. Er werden nieuwe loopgraven aangelegd en de oude provisorisch hersteld. Eten en munitie werden aangevoerd, hoewel regelmatig door alarmmeldingen onderbroken. Aflossing van de manschappen was onmogelijk en kwartiervorming onbestaande. Sommige afdelingen sliepen sinds twaalf dagen op de plaats waar de nacht hen verraste.Vanaf de
28ste begon het water in de sloten al merkbaar - maar onvoldoende - te stijgen.
Met dank aan :
- Jacques Bauwens - tekst
- Dirk Debacker - "Die Nobele Rose”