De Slag aan de IJzer - 27 oktober 1914
Tussen 27 en 29 oktober verminderde de Duitse aanvalsdruk omdat de vijand zijn posities op de linkeroever eerst wilde consolideren. Wel waren er in de nacht van de 26ste op de 27ste twee aanvallen op de spoorlijn. Een in de richting van Booitshoeke en een andere op het stationnetje van Pervijze. Beide pogingen werden afgeslagen. Er werd nog wel op Nieuwpoort, Ramskapelle, Pervijze en Diksmuide gevuurd, maar niet met het ongehoorde geweld van de vorige dagen.


Er wordt veelal aangenomen dat zo'n 6 à 700.000 m3 water het land overspoelde. Dit bracht het overstromingspeil tot Z + 3,25 meter (Z : gemiddeld zeeniveau in Oostende)

Pas tegen de avond, omstreeks 22 uur, waren er beperkte aanvallen van de vijandelijke infanterie op Ramskapelle, Pervijze, Lettenburg en Diksmuide. Tegen de morgen kwam de rust aan het front terug, maar Pervijze werd nog lange tijd hevig beschoten. De Duitse infanterie slaagde er in om tussen Oud- en Nieuw-Stuivekenskerke verder te infiltreren.

Er werd van de relatieve pauze in de gevechten gebruik gemaakt om de eenheden van de Derde en Zesde Divisie, die tot de tweede lijn behoorden maar door de gevechten met de voorlinie versmolten waren, weer uit elkaar te halen en opnieuw als reserve op te stellen.

Met dank aan :
  • Jacques Bauwens - tekst
  • Dirk Debacker - "Die Nobele Rose”