De Fransen van de 42ste Divisie Grossetti werden toch nog deels tegen Westende en deels (maar veel te laat) in de bocht van Tervate ingezet. In afwachting dat de Fransen enig resultaat boekten, probeerden de Belgen tussen Schoorbakke en Stuivekenskerke stand te houden. Maar precies daar ontplooiden de Duitsers een intense activiteit en bouwden er in hoog tempo vier loopbruggen en drie grotere bruggen om artillerie over de rivier te brengen.
Stuivekenskerke kon zelfs met de hulp van de Fransen niet heroverd worden. De vijand, die voortdurend werd versterkt, slaagde er geleidelijk in naar het zuiden op te schuiven. Ten westen van Schoorbakke moest de Eerste Divisie ook wat terrein prijsgeven en verschanste zich vervolgens achter de Grote Beverdijk. Koning Albert vroeg nog maar eens - voorlopig nog zonder resultaat - dat de volledige Divisie Grossetti in het verzwakte centrum van de Belgische frontlijn ingezet zou worden. Foch, die het Belgisch hoofdkwartier kwam bezoeken en aan zijn belofte voor hulp herinnerd werd, schreeuwde naar kolonel Wielemans die hem te woord stond:
“Vous avez tenu huit jours; vous tiendrez encore huit jours”.
Ondertussen ging de moordende beschieting op Sint-Joris door. Het 14de Linie moest zich achter de Noordvaart terugtrekken, maar een tegenaanval van twee bataljons van het 5de Linie hield de Duitsers in dit dorp vast.
'De arbeid onzer Soldaten'
In Diksmuide trokken Duitse troepen in dichte gelederen tijdens de nacht van 23 op
24 oktober tot vijftien maal toe vergeefs ten aanval. Ze werden jammerlijk met machinegeweren neergemaaid of met de bajonet bestreden. Bij dageraad werd de vijandelijke infanterie teruggetrokken, waarna een hevige beschieting volgde waarbij kalibers tot zelfs 410 mm werden gebruikt. Omstreeks 10 uur slaagden de Duitsers er toch in enkele loopgraven ten zuiden van het bruggenhoofd in te nemen, maar Belgen en Franse fuseliers ondernamen met succes een tegenaanval. Hier waren zes geallieerde bataljons met een sterkte van 2.500 man al drie dagen ononderbroken in gevechten verwikkeld, en zouden pas op de 26ste afgelost worden.
Diezelfde dag bezocht Foch eveneens koning Albert en bracht hem op de hoogte van de Franse plannen voor een onderwaterzetting tussen Duinkerke, Lo, Veurne en Sint-Winoksbergen op de 26ste. De Belgische premier de Broqueville wou dit verhinderen en zocht steun bij opperbevelhebber Joffre. Die gaf dan Foch telegrafisch opdracht om te wachten. Een Franse onderwaterzetting zou de Belgen van de bevriende legers isoleren en hen verplichten zich binnen Frankrijk terug te trekken. Dit strookte helemaal niet met de plannen van Joffre!
Met dank aan :
- Jacques Bauwens - tekst
- Dirk Debacker - "Die Nobele Rose”