Telefoon: 057 23 94 50
e-mail: stedelijke.musea@ieper.be
Openingsuren van maandag tot vrijdag, 10-12u30 en 13u30-17u.
In de periode november – maart: op maandag gesloten
Het documentatiecentrum kan je het geheugen noemen van het In Flanders Fields-museum. Het grootste deel van het wetenschappelijk werk ter voorbereiding van activiteiten van het museum gebeurt daar. Elke woensdag wordt het centrum opengesteld voor het brede publiek. De inkom is er gratis, maar de bezoeker wordt gevraagd zich in te schrijven in een register. De kleine leeszaal wordt dan bevolkt door een bont allegaartje van studenten, wetenschappers, amateur-archeologen, heemkundigen, genealogen en andere geïnteresseerden.
Het documentatiecentrum bestaat al sinds 1989. Tot 1992 droeg het de naam van dr. A. Caenepeel, van 1992-1996 werd er gesproken van Documentatiecentrum Ypres Salient en sinds 1996 draagt het de huidige naam.
In 2001 mochten we maar liefst 900 bezoekers verwelkomen. Daarnaast werden meer dan 300 schriftelijke vragen (brief of e-mail) beantwoord. Het personeel wordt op woensdag bijgestaan door drie vrijwilligers, een raad van wijzen waar het museum ook voor andere zaken altijd een beroep kan op doen.
In dit artikel stellen wij u de collecties van het documentatiecentrum voor en de vrijwilligers die er te uwer dienste staan.
De collectie dr. Alfred Caenepeel
Aan de basis van het documentatiecentrum ligt de collectie dr. Caenepeel. Daarom wordt het documentatiecentrum soms nog wel eens ‘Caenepeel’ genoemd, alhoewel daarmee slechts een deel van het geheel aangeduid wordt. Dr. Caenepeel was directeur van het stedelijk slachthuis en de Ieperse specialist van de Eerste Wereldoorlog. Hij overleed in 1979. In 1988-1989 kocht de stad zijn bibliotheek aan: ze wordt nu nog bewaard in de originele bibliotheekkasten.
De collectie Caenepeel bestaat uit ongeveer 1500 boeken, brochures en uitreksels, onderverdeeld volgens ‘nationaliteit’: Brits, Duits, Frans en Belgisch. Het belangrijkst en meest geraadpleegd zijn de regimentsgeschiedenissen: deze volumineuze boeken, die meestal dateren uit de jaren 1920, verhalen gedetailleerd het wedervaren van een bepaalde eenheid (meestal van een bataljon of een regiment) tijdens de Eerste Wereldoorlog. Aan de hand van deze boeken kan je makkelijk retraceren wat er op een bepaald tijdstip of op een bepaalde plaats gebeurde. Verder bevat de collectie Caenepeel ook heel wat gepubliceerde memoires.
De collectie Rose Coombs
Rose Coombs, schrijfster van de klassieke wereldoorlog I-reisgids ‘Before Endeavours Fade’, was jarenlang werkzaam in het Imperial War Museum. Bij testament liet zij in 1991 een aanzienlijk deel van haar boekenbezit na aan de stad Ieper. De collectie Coombs is onderverdeeld in twee delen van telkens circa 700 boeken, op originele wijze Coombs I en Coombs II genaamd. Coombs II valt een beetje buiten het bestek van het In Flanders Fields Museum, aangezien het de Tweede Wereldoorlog behandelt. Coombs I bevat onder meer algemene geschiedenissen, wetenschappelijke studies over een deelaspect van de oorlog, naslagwerken, reisgidsen en dichtbundels.
De collectie Harry Iserbyt
De collectie Iserbyt, aangekocht in 1994, bevat 140 vooral oudere werken (uit het interbellum). Interessant hier zijn enkele erg zeldzame Duitse werken, die vaak strategie of techniek behandelen.
Eigen boekenfonds
Naast deze drie grote boekencollecties koopt het museum, net als het vroegere Herinneringsmuseum ook zelf boeken, brochures en tijdschriften aan, zowel nieuwe publicaties als tweedehandse exemplaren. Wanneer onderzoek in het documentatiecentrum resulteert in een publicatie, vragen we ook aan de auteur om één exemplaar van zijn boek of artikel te schenken. Op die manier groeit de bibliotheek wekelijks aan. Inmiddels bevat dit fonds reeds meer dan 1000 boeken.
De collectie loopgravenkaarten
Belangrijk, uniek én bijzonder fragiel is de uitgebreide collectie loopgravenkaarten van het documentatiecentrum. Loopgravenkaarten zijn gedateerde topografische kaarten (stafkaarten) met aanduiding van loopgraven en andere strategische punten. Zij werden onder andere op het veld gebruikt en zijn dus soms beschadigd of – en dat is interessanter – geannoteerd tot ons gekomen. De loopgravenkaarten zijn onmisbaar bij het werken met de regiments-geschiedenissen en bij het localiseren van plaatsen met een anderstalige militaire benaming. Momenteel wordt gedacht aan doorgedreven conserverende maatregelen om deze belangrijke collectie optimaal voor het nageslacht te kunnen bewaren.
De fototheek
De uitgebreide fototheek kan je grosso modo in drie onderdelen verdelen. Eerst en vooral is er de schaduwcollectie van het Imperial War Museum (IWM). Het IWM heeft een reusachtige collectie opnames uit de Eerste Wereldoorlog en daarvan heeft het documentatiecentrum een belangrijk aantal afdrukken. Op die manier hoeft de plaatselijke onderzoeker niet telkens de verplaatsing naar Londen te maken. Daarnaast worden heel wat losse foto’s bewaard in dossiers volgens plaatsnaam. Het dossier ‘Zillebeke’ bevat zo foto’s en andere afbeeldingen van locaties in Zillebeke voor, tijdens en na de Grote Oorlog (bijvoorbeeld Hill 60, Sanctuary Wood,…). Tot slot worden er heel wat foto-albums bewaard, afkomstig van voormalige Belgische, Duitse en Britse militairen.
De audiovisuele collectie
Van groeiend belang is ook de audiovisuele verzameling: videos, cassettes, CD’s en CD-roms. Hieronder bevinden zich tapes met interviews met oudstrijders, opnames van muziek uit de Eerste Wereldoorlog, documentaires, reportages maar vooral een schaduwcollectie van originele filmopnames van het Imperial War Museum. Ook de historische CD-roms van het In Flanders Fields Museum kunnen hier geraadpleegd worden.
Personen- en Trefwoordendossiers
Informatie over bepaalde personen en sommige onderwerpen wordt bijgehouden in aparte dossiers. Bij de personendossier gaat het vaak om bekendere individuen zoals E. Blunden of G. Guynemer, maar ook om de personen waarvan de biografie te lezen is in de personenkiosken van het museum. Hier bevinden zich dus ook brieven, dagboekjes etc.
Over een 300-tal onderwerpen, zoals de Indiërs in de Salient of draadloze communicatie, werd heel wat losse informatie verzameld en die werd ondergebracht in trefwoordendossiers.
De vrijwilligers
Roger Verbeke is onze specialist in het Belgische leger en nog zoveel meer. Wanneer het ultieme boek dat iemand nodig heeft niet te vinden is in het documentatiecentrum, kunnen we altijd beroep doen op Rogers fenomenale huisbibliotheek. Wereldberoemd is zijn minuscuul notitieboekje waarin hij elke week vragen van jan en alleman opschrijft,… om dan nauwgezet een week later de benodigde inlichtingen te verschaffen. Roger is de gewaardeerde medewerker en/of adviseur aan heel wat belangrijke publicaties zoals de boeken van uitgeverij De Klaproos of de monografieën van professor Luc De Vos.
Jan Steen sr is de éminence grise voor wat betreft het Duits leger en nog zoveel meer. Bij Duitse contacten kunnen we vaak niet om ‘Herr Steen’ heen. Samen met R. Baccarne is hij de auteur van verschillende boeken over Boezinge, Poelkapelle, Langemark en Roeselare tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Ook Guynemer en de ‘azen’ liggen hem nauw aan het hart.
Tony De Bruyne is het derde lid van de heilige drievuldigheid van het documentatiecentrum. De wapens van de Eerste Wereldoorlog vormen zijn dada, maar ook van de specifieke woorden die Jan Piot, Fritz Kraut, Pierre Poilu en Tommy Atkins in de mond namen, weet hij alles. Hij publiceerde daarover het boek ‘Soldatentaal’.
Deze drie vrijwilligers waren reeds in 1984 betrokken bij de oprichting van het Herinnerings-museum Ypres Salient, lagen mede aan de basis van het documentatiecentrum en ook bij het maken van het In Flanders Fields Museum lazen zij nauwgezet de historische teksten na. Omwille van hun kennis, collecties en contacten zijn zij onmisbaar bij het dagdagelijks verschaffen van inlichtingen, het organiseren van tentoonstellingen en het schrijven van teksten.