4. De tweede slag bij Ieper (22 april - 25 mei 1915)

Duits doel: de vastgelopen frontsituatie d.m.v. een nieuw wapen (chloorgas) doorbreken om alsnog de kanaalhavens te bereiken.


4.1. De eerste Duitse chloorgasaanval (22 april)

Frontbezetting:

Op 21 april was de geallieerde frontbezetting als volgt:

  • De Belgische 6de divisie lag langsheen de westelijke kanaaloever vanaf Steenstrate richting kust.
  • Vanaf Steenstrate begon de Salient met twee Franse divisies : de 87ste Territoriale Divisie (oudere reserve-soldaten) vanaf Steenstrate tot ten noorden Langemark; de 45ste Algerijnse Divisie (vooral kleurlingen) hield front vanaf het noorden van Langemark tot aan de Brugseweg even ten zuiden Poelkapelle.
  • Vanaf de Brugseweg nam de Canadese 1ste divisie het van de Fransen over tot aan "Berlin Wood" bij 's Graventafel.
  • Vanaf Berlin Wood werd het front verder gehouden door drie Britse divisies, nl. de 28ste, 27ste en 5de divisie.
Op deze korte afstand lagen dus troepen uit België, Frankrijk, de Franse kolonies, Canada en Groot-Brittannië. Het is vanzelfsprekend dat de verschillen in taal, de manier van frontaanleg en de bevelvoering, de samenwerking tussen de diverse eenheden niet erg vergemakkelijkte.

De Duitsers beschikten over heel wat meer manschappen. Van noord naar zuid was de Duitse troepenopstelling in de Ieperse boog als volgt:
  • Tegenover de 6de Belgische divisie lag de 45ste Reserve Divisie.
  • Tegenover de twee Franse divisies lagen achtereenvolgens de 46ste Reserve Divisie; de 52ste Reserve Divisie en de 51ste Reserve Divisie. Hieraan toegevoegd lag nog de 4de Marine Brigade in de reserve.
  • Tegenover de 1ste Canadese divisie lagen de 2de Reserve Ersatz Brigade en de 38ste Landwehr Brigade. Als reserve was er nog de 37ste Landwehr Brigade.
  • Tegenover de Britse 28ste divisie lagen de 53ste en 54ste Reserve Divisies.
  • Tegenover de Britse 27ste Divisie lagen de 39ste en 30ste Infanterie Divisies (XV. A.K.) .
  • Tegenover de Britse 5de divisie lag de 3de Beierse Divisie.

22 april
  • Langdurige periode van schitterend weer.
  • Voormiddag rustig.
  • Vanaf de middag bestoken de Duitsers eerst Ieper en later de wegen rond Ieper met het 42 cm-geschut (Dikke Bertha).
  • Tegen 17u.00 plotselinge stilte.
  • Plotseling stijgt een groengele mistwolk (168 000 kg chloor) op uit de Duitse loopgrachten tussen Steenstrate en het Halfwegehuis op de weg van Langemark naar Poelkapelle.
  • Met een lichte noordenwind drijft de gaswolk in de richting van de Franse troepen.
  • Waanzinnige paniek. De territorialen vluchten naar de bruggen over het kanaal, de kolonialen vluchten via St.-Juliaan.
  • Al het Franse artilleriematerieel op de rechteroever van het kanaal wordt buiten gebruik gesteld.
  • Er ontstaat een opening van zo'n 6 km in het front.
  • De Duitsers verlaten hun loopgrachten kort nadat het gas gelost werd.
  • Eén uur later is Langemark veroverd en trekken de Duitsers vooruit tot op de Pilkemhoogte en Kitchener's Wood bij St.-Juliaan.
  • De Duitsers kunnen als het ware Ieper binnen marcheren.
  • Ze graven zich echter in (zoals vooraf gepland was).
  • De Canadezen kunnen, dank zij deze pauze, gedeeltelijk de bres dichten, met de hulp van een aantal niet gevluchte Fransen en aan de linkerflank te Steenstrate gesteund door de Belgen.
     

4.2. De Duitse troepen rollen het geallieerde front op (23 april - 3 mei)

23 april
  • De Canadese 10de en 16de bataljons (uit de reserve van de Canadese 2de en 3de Brigades) zetten de eerste (en enige gelukte) geallieerde tegenaanval in tegen Kitchener's Wood.
  • Geddes' Detachment (samenvoeging van bataljons uit de reserve) lanceert een mislukte tegenaanval in noordelijke richting vanuit St.-Jan en Wieltje.
  • Door de Duitse druk wordt de Canades "apex" ten zuiden van Poelkapelle afgeknot.
  • Op 24 april om 1u.30 veroveren de Duitsers Lizerne op de Fransen en beschikken ze daarmee over een stevig bruggehoofd aan de linkeroever van het kanaal. Vanuit deze positie kunnen ze de Belgen in de flank bedreigen.

24 april: de slag bij St.-Juliaan
  • Om 4 u.00 lossen de Duitsers voor een tweede keer gas, deze maal over een breedte van 1 km in zuidoostelijke richting vanaf de Brugseweg.
  • De intensiteit van het gas is deze keer veel sterker doordat de gaswolk slechts enkele meters hoog reikt. Een aantal Canadezen gaan bovenop de borstweringen staan en steken zo met het hoofd boven de gaswolk uit.
  • De geallieerden wijken achteruit. St.-Juliaan wordt de volgende nacht door niemand bezet : beide kampen dachten dat de tegenstrever het dorp in handen had !

25 - 27 april : einde van de slag bij St.-Juliaan
  • In de vroege morgen van 25 april "heroveren" de Duitsers St.-Juliaan.
  • "Hull's attack op 25 april vanuit zuidelijke richting loopt vast juist ten zuiden van St.-Juliaan: de Duitse mitrailleurs maaien vanuit de huizen van St.-Juliaan de aanvallers neer.
  • De salient wordt verder opgerold tot de 's Graventafelridge (26 april) en later tot tegen de oostelijke arm van de Hanebeek (27 april).
  • De Fransen heroveren Lizerne op 27 april.
     

4.3. Reorganisatie van de troepen - Inkrimping van de salient (4 en 8 mei)

Sir Horace Smith-Dorrien, bevelhebber van het Britse Second Army en hoogste in rang in de salient stelt op 27 april voor aan Sir John French, het hoofd van het Brits expeditieleger, om de salient in te krimpen. Als antwoord krijgt hij het bevel om het bevel over alle troepen in de salient en zijn hele staf over te dragen aan zijn ondergeschikte Plumer. De nieuwe bevelhebber Plumer krijgt enkele uren later de opdracht om een nieuwe verdedigingslijn dichter bij Ieper aan te leggen en krijgt dus in feite het bevel om uit te voeren wat Smith-Dorrien 's morgens had voorgesteld en wat hem zijn post had gekost.
 

4.4. De slag bij de Frezenberg (8 - 13 mei)

De week na 8 mei wordt er hevig strijd gevoerd in het stuk salient tussen Mouse Trap Farm en 't Hooghe. Zowel Duitsers als Britten leveren aanvallen die zich vooral situeren in de omgeving van deze twee plaatsen. Op zes dagen tijd hebben de Duitsers de Britten weggebombardeerd van de hellingen rond Frezenberg. Op die manier bekomen de Duitsers een vooruitgang van maximaal 1 km.
De Fransen zorgen voor een positieve bijdrage als ze de Duitsers op 15 mei weer over het kanaal drijven tussen Steenstraete en Het Sas. De Duitsers zullen tijdens het verdere verloop van de oorlog het kanaal niet meer oversteken, tenzij als krijgsgevangenen.
 

4.5. De slag bij de Bellewaerde ridge (24 mei 1915)

In de vroege morgen van 24 mei lossen de Duitsers nog maar eens chloorgas over de grootste frontlengte tot nu toe : vanaf ten zuiden van 't Hooghe tot nabij Turco Farm. Het gas kon men na verloop van tijd tot 30 km achter het front ruiken ! De aanval was geen verrassing meer voor de Britten en de Duitsers behalen geen sensationele resultaten meer en boeken nergens nog een grote vooruitgang. Het front loopt weer voor twee jaar vast !.

 

Besluit bij de tweede slag bij Ieper:

Fouten van de Duiters bij hun eerste gasaanval:
  • Tijdstip (tegen de avond)
  • Onvoldoende reservetroepen en munitie
  • Geen flexibele bevelvoering : 2 uur na de gasaanval op 22 april lag Ieper binnen handbereik. De Duitsers hebben zich echter gehouden aan het oorspronkelijke bevel : Langemark en de Pilkemhoogte veroveren en zich daarna ingraven.
Gebreken bij de geallieerden:
  • Het negeren van de talrijke aanwijzingen dat de Duitsers iets van plan waren.
  • De oorlog "achter het front" aan de Britse legertop van de B.E.F..
Frontsituatie: ondanks de (verschrikkelijke) mogelijkheden van hun nieuwe wapen, zijn de Duitsers er niet in geslaagd om Ieper te veroveren en door te stoten naar Frankrijk. Het verrassingseffect van gasaanvallen was reeds verdwenen bij de laatste gasaanval tijdens de tweede slag om Ieper. Tientallen chemische aanvallen zullen volgen, waarbij alle partijen dit wapen zullen gebruiken. Nieuwe gassen, die veel gevaarlijker zijn dan het oorspronkelijke chloorgas, zullen ontwikkeld worden.


Bron: © Robert Missinne, Interreg 1995, Lessenreeks 1914-18