26/06/2020
- Wijtschate
Midden juni 2020 botste aannemer Cnockaert NV op een loopgraaf en een bunker uit de Eerste Wereldoorlog tijdens rioleringswerken in het centrum van Wijtschate (gemeente Heuvelland). Via de verplichte archeologische vondstmelding werden de werken tijdelijk stilgelegd zodat archeologen de site konden onderzoeken. De ondergrond blijkt nu nog meer archeologische vondsten te verbergen. Zo zijn er restanten van twee ondergrondse houten tunnelstelsels gevonden. In deze stelsels konden Duitse soldaten schuilen bij de beschietingen van het dorp, een Duits bolwerk tijdens de oorlog. Alle betrokken partners (Aquafin, het agentschap Onroerend Erfgoed, aannemer Cnockaert, de gemeente Heuvelland, CO
7, archeologen van Ruben Willaert nv, Monument Vandekerckhove nv, Acke & Bracke bvba en verschillende studenten) zorgen nu samen voor een efficiënt onderzoek van de vondsten zodat hinder voor de omwonenden zo beperkt mogelijk blijft. In de toekomst wil de gemeente Heuvelland een korte overzichtstentoonstelling houden met de vondsten die zijn opgedoken tijdens de rioleringswerken.
Duitse bunker uit het begin van de Eerste Wereldoorlog
Stellingenoorlog in een boog rond Wijtschate
In oktober 1914 kwam de heuvelrug van Mesen-Wijtschate volledig in Duitse handen. Terwijl rond Ieper de Eerste Slag om Ieper (21 oktober – 22 november 1914) onverminderd verder ging, stabiliseerde de frontlijn zich in en rond Wijtschate. Met deze heuvelrug hadden de Duitse troepen een belangrijk observatiepunt in handen vanwaar ze de geallieerde bewegingen rond Ieper uitstekend in de gaten konden houden.
Op 14, 15 en 16 december 1914 vonden enkele Britse pogingen plaats om Wijtschate te veroveren, maar de aanvallen leverden geen terreinwinst op. Het oprukkende Duitse leger was hier wel tot stilstand gebracht. Het was het begin van een stellingenoorlog, waarbij de linies voor vier jaar min of meer gehandhaafd bleven. Wijtschate lag in de Duitse sector, in de achterhoede van de eerste linie die zich een kleine 2 km westelijk in een boog rond het dorp en het verderop gelegen Mesen slingerde.
Duits Bolwerk Wijtschate
Het Duitse defensieve systeem dat de heuvelrug van Mesen-Wijtschate diende te verdedigen, kan in vier linies beschouwd worden. Achter de frontlinie, de Vorderste Stellung, bevond zich als tweede linie de Höhenlinie. Deze volgde de top van de heuvelrug en omvatte het dorpscentrum van Wijtschate dat werd ingericht als bolwerk. Tussen de linies lag een netwerk van loopgraven, mitrailleurposten, bomvrije schuilplaatsen en loopgraafmortieren. Daartoe horen ook de aangetroffen structuren in de Hospicestraat. Ze maakten deel uit van de uitbouw van de oorlogsinfrastructuur gelegen achter de frontlinies.
Pas met de Mijnenslag (of Tweede Slag om Mesen, 7 tot 14 juni 1917) veroverden de Britten op 7 juni 1917 de heuvelrug van Wijtschate, waarna het front meer oostwaarts kwam te liggen. De dorpskern lag toen in het geallieerde achterland. Het was de beurt aan de geallieerden om een verdedigingssysteem in en rond Wijtschate uit te werken, met meerdere linies, waarbij waar mogelijk de veroverde en bruikbare Duitse infrastructuur werd hergebruikt en aangepast.
Tijdens het Duitse Lente-offensief, op 16 april 1918, heroverden de Duitse troepen Wijtschate na een grootscheepse aanval. Zo werd de situatie opnieuw dezelfde als eind 1914, en dit tot eind september 1918. Op 28 september startte een grootscheeps offensief over het gehele Belgische front. Geallieerde troepen omsingelden Wijtschate waardoor de situatie voor de Duitse eenheden in en rond het dorp onhoudbaar werd. De Duitse troepen trokken ’s nachts weg uit Wijtschate en op 29 september kon het 2nd Loyal North Lancashire het dorp binnentrekken. In korte tijd kon de volledige heuvelrug van Mesen definitief bevrijd worden.
De eerste Duitse loopgraaf die tijdens de rioleringswerken in de Hospicestraat werd opgegraven.
Loopgravenstelsels met bunkers en schuilplaatsen
Het onderzoek leverde voorlopig al 5 loopgravenstructuren, een bunker en twee schuilplaatsen op. Wat de precieze functie van de bunker was, moet nog achterhaald worden. Aan de hand van historisch en cartografisch onderzoek kan mogelijk meer informatie worden bekomen. De bunker werd gebouwd met geprefabriceerde betonstenen in kubusvorm. Deze stenen in gewapend beton werden in halfsteenverband gemetseld maar zonder toevoeging van extra wapening, wat de uiteindelijk stevigheid van de constructie benadeelde. Deze bouwwijze, in gebruik genomen in het voorjaar van 1915, werd hoofdzakelijk toegepast nabij het front waar het te gevaarlijk was om stortbeton te gebruiken. De bunker was aangesloten op het intense loopgravensysteem van het dorp. Vlak naast de bunker werden ook twee houten schuilplaatsen opgegraven die een onderkomen boden voor zo’n 12-tal personen.
Ondergrondse tunnelstelsels
Naast de bunker werden ook twee afzonderlijke ondergrondse tunnelsystemen aangetroffen. Het zijn veilige onderkomens voor soldaten tijdens de hevigste beschietingen op het dorp. De kleinste is gelegen tussen de Kapellerie en de Ieperstraat en lijkt 2 ingangen te hebben. De grootste ligt tussen het rusthuis en de Kapellerie en is veel omvangrijker. Ze staan beiden afgebeeld op een Duitse kaart en de grootste kreeg de naam ‘Kortestollen’. Van dit laatste systeem werden reeds 4 toegangen vastgesteld, maar er zijn vermoedens dat het in totaal om 6 toegangen gaat. Deze toegangen bestaan uit steile trapconstructies in hout en leidden tot een ondergrondse schuilplaats die plaats verschafte aan een bepaald aantal soldaten. De schuilplaats is niet meer dan een houten gang waar langs één zijde britsen zijn opgesteld. Gezien het feit dat er een 6-tal ingangen zijn, doet vermoeden dat deze tunnel zeer omvangrijk moet zijn geweest. Helaas zijn de reeds onderzochte toegangen allemaal ingestort. Bovendien zal de eigenlijke tunnel buiten het straattracé liggen en dus niet binnen het onderzoeksgebied.
Duitse loopgravenkaart met de afbeelding van 2 tunnelstelsels waaronder de Kortestollen.
Een laag vol vondsten
Na de Eerste Wereldoorlog werd het front en het dorp Wijtschate opgekuist. Dit resulteerde in de Hospicestraat in een ophogingslaag van een halve meter die vol zit met vondsten uit de Eerste Wereldoorlog. Hebben de vondsten een eerder beperkte archeologische waarde, soms hebben ze wel een grote museale waarde. Zo werd 2 jaar geleden al een typisch decauville-wagonnetje aangetroffen en deze week werd een draagberrie en een karrenwiel blootgelegd. Stuk voor stuk vertellen zij mee het verhaal van de oorlog in de Westhoek.
Een draagberrie in de ophogingslaag die ontstond op het einde en kort na de oorlog. Veel materiaal werd in deze laag gedumpt.
Duitse houten schuilplaats, aangetroffen naast de bunker. Aan de zijkant was een nis ingewerkt als opslagplaats.
Op vrijdag 26 juni 2020 bracjt Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele een bezoek aan de opgravingen.
Een forse regenvlaag in de voormiddag had voor water in de sleuf gezorgd.
Oorlogsmunitie
De kinderen van Wijtschate bezochten eveneens de site.
De toegang tot de ondergrondse tunnels.
Een stuk smalspoor
Een houten karrewile
De gevonden draagberrie.
Aankomst van de minister die door de burgemeester en het bestuur van Heuvelland werd verwelkomd.
Toelichting bij de oorlogssituatie in Wijtschate tijdens de Groote Oorlog.
Simon Verdeghem
Een gevonden Duitse helm.
Pagina aangemaakt door Onroerend Erfgoed / Foto's bezoek: WO1.be / Greatwar.be.