Niet enkel de Britse ambassade, maar ook die van Australië, Nieuw-Zeeland en Ierland waren vertegenwoordigd op de plechtigheid die op donderdag 28 september 2017 in het bezoekerscentrum Westfront plaatsvindt. Het was immers precies 100 jaar geleden dat Luitenant Thomas Ernest Hulme (°1883) buiten de bescherming van zijn artilleriebunker in de sector Nieuwpoort geraakt werd door een Duitse granaat. Het projectiel werd afgevuurd door de ‘Tirpitz’- batterij bij Oostende en had het zware kanon van de Britse Navy tot doel dat verscholen zat in een geschutsbunker ‘Carnac’, middenin de duinen van Groenendijk. Wat restte van luitenant Hulme werd begraven op de Britse militaire begraafplaats van Koksijde.
In het burgerleven was T. E. Hulme een gerenommeerde kunstfilosoof die de toen prille moderne kunstrichtingen verdedigde. Hij ontpopte zich ook tot oorlogsdichter.
De Engelse modernistische schilder David Bomberg (°1890-1957) ontwierp nog datzelfde jaar (dus in 1917) een gedenkteken voor zijn gesneuvelde kunstvriend in de hoop dat het na de oorlog in Nieuwpoort zou opgetrokken worden. Het ontwerp toont een soldaat in de militaire rouwhouding en een allegorische figuur die de gekooide kunst voorstelt met daaronder de tekst Private T.E. Hulme. "He died for Honour and Freedom."
100 jaar later was het zover: in het bezoekerscentrum Westfront Nieuwpoort werd dit memoriaal plechtig onthuld. Hiermee betuigde Nieuwpoort zijn respect en dankbaarheid voor alle Britse en Commonwealth soldaten gesneuveld aan onze kust tijdens de Eerste Wereldoorlog.
In opdracht van het stadsbestuur kapte Willem Vermandere uit een blok arduin een kunstwerk als hedendaags antwoord op David Bomberg’s ontworpen memoriaal: met “Reddende handen” gedenkt hij niet alleen onze eigen bevrijding, maar draagt hij het werk ook op aan alle verdrukten en vluchtelingen ter wereld.