Omdat de Duitse militaire begraafplaats van Langemark meest plaats bood, werden hier in de periode 1956-1958 alle niet-geïdenticeerde ontgravenen uit België in een 'kameradengraf' bijgezet. Achter de toenmalige afscheidingsmuur werden 366 graven verplaatst om plaats te maken voor het reusachtige graf. Hierin werden bijna 25.000 stoffelijke resten bijgezet. Vóór het graf liggen de wapenschilden van 8 Belgische provincies (Oost- en West-Vlaanderen kreeg de naam Vlaanderen; Brabant was nog niet opgedeeld in Vlaams en Waals Brabant). Centraal tussen de 8 wapenschilden ligt een bronzen krans van eikenloof met de woorden 'Ich habe dich bei deinem namen gerufen, du bisst mein' uit de profeet Jesaja (43,1).
Rond het massagraf staan blokken met daarop 68 bronzen panelen met de namen van 17.342 niet-geïdentificeerden waarvan men op basis van archiefonderzoek quasi zeker is dat ze in dit massagraf bijgezet werden. De namen staan alfabetisch gerangschikt, beginnend aan paneel 1 (links t.o.v. het massagraf), vervolgens in wijzerzin langs de binnenzijde van de blokken tot aan paneel 34, vervolgens verder in tegenwijzerzin vanaf de rugzijde van paneel 34 langs de buitenzijde.