Aan de ingang bevindt zich een zwaar poortgebouw dat aan een bunker laat denken. Het werd opgetrokken in rode zandsteen van de Weser/Vesder en was bedoeld om de overgang te maken van het alledaagse leven naar de begraafplaats zelf en zo toch wat afstand te scheppen. In het poortgebouw zijn drie ruimtes : de centrale doorgang en twee zijkamers. De in- en uitgang en de toegangen tot de twee zijkamers kunnen met zware poorten uit handsmeedwerk afgesloten worden. De muren en het plafond van de centrale doorgang zijn met mozaïeksteentjes afgewerkt, de zijruimten met eikenhout. Op de eiken panelen van de 'ereruimte' aan de rechterkant staan de namen van de 6.313 geïdentificeerde gesneuvelden van de oorspronkelijke begraafplaats (laagst gelegen deel). Rond de begraafplaats bevindt zich een lage brede omheiningsmuur uit dezelfde steensoort als het poortgebouw. Langs de straatkant groeien knotwilgen (als een erewacht) en het rechterdeel rond het vroegere klaprozenveld (nu met bijzettingen uit halfweg de jaren 1950) is omringd door een brede sloot die moet doen denken aan de onderwaterzetting van het IJzerfront.