Dit monument is een initiatief van de Nationale (Oud-)Strijdersbond die sinds vele jaren wenste aan de IJzer een nationaal monument op te richten ter herdenking van de IJzerslag van 1914, equivalent van de officiële Franse (Verdun) en Britse (Thiepval, Menenpoort Ieper) monumenten.
Het initiatief kwam pas van de grond toen Koning Leopold III zelf, op 24 mei 1934 een brief richtte tot Eerste Minister Ch. De Broqueville, die tevens voorzitter was van het Nationaal Comité voor de oprichting van monumenten ter ere van Koning Albert.
In zijn brief verzette Leopold III zich tegen het inzicht van het Nationaal Comité om in elke provincie één enkel monument ter ere van Koning Albert op te richten en verklaarde zich, mede namens de hele koninklijke familie, voorstander van de oprichting van één nationaal monument te Brussel, onder de vorm van een bibliotheek, de huidige Albertina, "buiten het historisch IJzermonument, dat de oud-soldaten willen oprichten tot nagedachtenis van hun aanvoerder, en buiten het landschap van Marche-les-Dames dat voor immer ongeschonden zal blijven".
De eerste steen werd gelegd op 8 augustus 1937 en de onthulling had plaats in aanwezigheid van de hele koninklijke familie op 24 juli 1938, telkens tijdens de jaarlijkse plechtigheid ter herdenking van de IJzerslag.
(Bron : JABOBS M., "Zij, die vielen als helden", Brugge, 1996, 2 delen - Uitgave Provincie West-Vlaanderen)