Op de binnenzijde staan twee gedichten in gulden letters. De Nederlandse tekst is van August van Cauwelaert.
"Van de eerste zon begroet, en laatst van zon omblonken,
Op 't helste en hoogste duin,
Tot één gestalte in brons, én beeld én ros, geklonken,
Op grond van grauw arduin;
Daar waar uw krijgren's vijand storm de poort verboden,
Die de open zee bestaart,
Waar op uw traag gebaar en woord de watren vloden
En golfden over de aard;
Daar heeft uw dankbaar heir dit koningsbeeld verzonnen,
In de eer van bronzen dracht,
Opdat het rijze en staar' naar alle horizonnen,
Voor ieder nieuw geslacht.
(August Van Cauwelaert)"