Lampernisse onder vuur
Perstekst nav de Nocturnewandeling van 30 November 2014 van SOS Kustpolders ism Rent A Guide en Heemkring Rond Den Beverinck, met steun van de Nationale Loterij en het Bewonersplatform van Lampernisse. Met bijzondere dank aan de bewoners van Lampernisse.



Vooraf


Binnenkort herdenken we het bombardement op Lampernisse van 1 december 1914. Dit gebeuren kwam voor het eerst aan bod in het boek ‘Het Diksmuide van Toen’ van Herman Demoen in het jaar 1984, enkel een foto werd toen gepubliceerd.


 
Dat was voor EH Philippe Vindevogel, de vorige voorzitter van de heemkring de aanleiding om opzoekingen te doen naar de identiteit van de gesneuvelden die op deze foto vermeld waren. Het resultaat van dit onderzoek werd gepubliceerd in ons tijdschrift in de loop van 2005.
Toen werd echter niet verder gegaan dan het opsporen van de identiteit van deze 43 Franse en 2 Belgische slachtoffers. Recent onderzoek heeft veel meer aan het licht gebracht, zowel qua feiten als qua namen van slachtoffers en daarom is het nu HET ogenblik om met het resultaat hiervan naar buiten te komen. Dit zal in eerste instantie gebeuren in het volgende nummer van ons tijdschrift dat verschijnt begin december. Dezelfde resultaten zullen ook als aparte monografie beschikbaar zijn voor de geïnteresseerden vanaf begin december.

De Franse aanwezigheid vanaf 20 november 2014

Nu terzake. We moeten de aanwezigheid van het 23° Bataljon Alpijnse Jagers – want daartoe behoorden de gesneuvelde Fransen – te Lampernisse situeren vanaf 20 november 1914 toen ze met bijna 1600 man aankwamen te Lampernisse. In de dagen nadien zullen daar nog jonge rekruten van de lichting 1914 bijkomen zodat het totaal op meer dan 1800 manschappen komt.

Ze werden gehuisvest in de omliggende boerderijen en in de kerk. De volgende dagen werden telkens 3 en later 2 compagnieën ingezet in de loopgraven in de nabijheid van Diksmuide. Het is dus zeker een misvatting dat ze te Lampernisse kwamen om te rusten na de gevechten die ze gevoerd hadden enkele dagen voordien te Poelkapelle.

Lampernisse onder vuur

Zo komen we aan die noodlottige avond van 1 december. Om 10u barst de hel los: van aan de overkant van de Ijzer worden in een tijdspanne van 20 minuten 12 mortiergranaten van 21 cm afgevuurd waarvan de derde op de kerk terechtkomt. Een deel van het dak stort in en bedelft tal van soldaten. Na het bombardement snellen de overige troepen die in de hoeven rondom liggen, ter hulp. Ze kunnen nog verschillende van hun kameraden heelhuids vanonder het puin halen maar 43 blijken op slag dood te zijn. 8 zullen nog sterven in de daaropvolgende uren en 124 gekwetsten worden weggebracht naar verschillende veldhospitalen en hospitalen in de buurt zoals Fortem, Beveren en Veurne.

De twee Belgen

Dit was echter niet alles, wat gebleken is uit verder onderzoek dat de afgelopen maanden gebeurde. We wisten reeds dat er ook twee Belgische soldaten het leven lieten. Dit waren twee Limburgers van de Genietroepen die in Lampernisse aanwezig waren om telefoonverbindingen tussen Belgische en Franse troepen tot stand te brengen. Zij werden ’s anderendaags samen met de 43 Fransen die op slag gedood waren, begraven in het massagraf rechts voor de kerkingang.



Nog meer Franse slachtoffers

De opzoekingen brachten ook aan het licht dat er in een huis op de dorpplaats nog een kleine eenheid huisde van een ander regiment. Daarvan waren er ook 3 op slag dood en werden er 3 gekwetst weggebracht.

Dan moeten we terugkomen op de 124 gekwetsten die werden weggebracht. Ook daarvan zullen er in de dagen en weken nadien nog zeker 19 bezwijken aan hun verwondingen. Het kunnen er meer zijn maar van die 19 zijn we zeker dat ze ook slachtoffer waren van het bombardement.

Ook burgers lieten het leven

Lampernisse was in die dagen echter niet alleen bevolkt door Franse en Belgische soldaten. Er waren nog heel wat inwoners van Lampernisse aanwezig en tal van vluchtelingen die vanaf eind september ook in het dorp waren aangekomen. Zeker twee inwoners van Lampernisse werden gedood tijdens die noodlottige minuten op 1 december 1914 ’s avonds. Zij staan vermeld op de gedenkplaat die hangt in de kerk.

Ook hier stelt de vraag zich of er niet nog meer inwoners van Lampernisse gedood werden. Het vermoeden bestaat in ieder geval want in de dagen nadien stierven zowel in Lampernisse als in het hospitaal te Alveringem en te Veurne nog 6 inwoners van Lampernisse. De vraag blijft open of zij ook gekwetst raakten tijdens het bombardement. Achteraan de kerk van Lampernisse is nog één van hen begraven, een zekere Sophie Canneele.
Niet ver van het grafzerk van deze laatste staat nog een gietijzeren kruis met daarop het opschrift ‘Jules Deserano 1877-1914’ (FOTO 4). Dit weinig zeggende opschrift werd nader onderzocht en ook daaruit is gebleken dat het hier gaat om een slachtoffer van 1 december 1914. Deze voerman van Beerst was samen met zijn gezin en schoonouders gevlucht naar Lampernisse en kwam er om, samen met zijn schoonvader.

Wat gebeurde er met het massagraf?

Keren we nog even terug naar het massagraf. Uit de verschillende foto’s blijkt dat er twee verschillende kruisen gestaan hebben: eerst vlakbij de ingang van de kerk en later met de rug ervan naar de straat.


 
Dan rest de vraag wat er na de oorlog gebeurde met het massagraf. Ook daarover kunnen we nu met zekerheid zeggen dat de gesneuvelden werden opgegraven. Tevens kunnen we met zekerheid besluiten dat de stoffelijke resten werden overgebracht enerzijds naar het ossuaire op de Kemmelberg waar één geïdentificeerde soldaat ligt. Anderen werden overgebracht naar Saint Charles de Potyze bij Ieper waar er vier geïdentificeerden liggen. Tot slot is er nog één van de twee Belgische soldaten, namelijk Pieter Winten. Hij heeft een definitieve rustplaats gekregen op het kerkhof van Lampernisse.



Alle anderen zullen bij opgraving niet meer te identificeren geweest zijn en werden in de massagraven van onbekende soldaten op het Ossuaire van de Kemmelberg en Saint Charles te Potyze te Ieper herbegraven.

Na het begraven van de doden bleven de Franse troepen van het 23° BCA nog enkele dagen te Lampernisse waarna ze te voet naar Roesbrugge trokken. Daarmee kwam een einde aan de Franse aanwezigheid in Lampernisse en was er ook een einde gekomen aan het stationeren van troepen in kerken, een kapitale fout die in de toekomst niet meer werd gemaakt.

Herman Declerck

----------


Bovenstaande tekst is slechts een samenvatting van wat de auteur schreef voor de afzonderlijke publicatie die 20 bladzijden omvat. Deze monografie ‘Lampernisse onder vuur – het bombardement van 1 december 1914 – is te bestellen door het storten van 6 € op het rekeningnummer BE60 0017 4044 8970, het toesturen zal gebeuren vanaf half december. De auteur hiervan is Herman Declerck.
 
Een korte bibliografie:

Herman Declerck geboren in 1959 en inwoner van Pervijze sedert zijn geboorte tot 1984 is al 35 jaar bezig met de geschiedenis van Pervijze in al zijn facetten. Dit resulteerde in een paar tentoonstellingen (over het verleden van Pervijze, over de geschiedenis van families van Pervijze en tot slot medewerker aan de tentoonstelling ‘De kleine mens in de Grote Oorlog’ die tot voor een paar jaar jaarlijks liep. Sedert 2000 bracht hij de website www.pervijze.be online en jarenlang schreef hij korte stukjes over de geschiedenis van Pervijze in de lokale dorpskrant ‘Pervijze-Aktief’. Sedert begin vorig jaar is hij voorzitter van de heemkring ‘Rond den Beverinck’. Ondanks het feit dat hij nu in Oostnieuwkerke woont, blijft hij bezig met de geschiedenis van zijn geboortedorp.




Gepubliceerd 16/11/2014.