Talbot House : "Een oase van rust in een dolgedraaide wereld"
Tijdens de eerste wereldoorlog maakte Poperinge deel uit van het kleine stukje onbezet België. Achter het krijgsrumoer van de Ypres Salient wordt 'Pop' als zenuwcentrum van de Britse sector overspoeld door duizenden soldaten. Het sluimerende provinciestadje ondergaat dan ook een ware metamorfose. De vloedgolf brengt niet alleen een immense verkeersdrukte en een bruisend kamp- en uitgangsleven met zich mee ('Little Paris'), maar ook de verschrikking van beschietingen en bombardementen, veldhospitalen met immense begraafplaatsen, dodencellen en executies.
Op vraag van de Britse legerleiding openen de aalmoezeniers Philip Clayton - bijgenaamd 'Tubby' ('Tonnetje') - en Neville Talbot op 11 december 1915 een alternatief ontspanningsoord, een 'EVERY MAN'S CLUB', waar alle soldaten, zonder onderscheid van rang, welkom zijn. Het huis wordt voor 150 fr. Per maand gehuurd van Maurice Coevoet, bankier en hophandelaar, die met zijn gezin veiliger oorden heeft opgezocht.
De naam 'Talbot House' gedenkt Gilbert Talbot, Neville's jongere broer, die enkele maanden voordien gesneuveld was. Gilbert wordt al vlug het symbool van de opoffering van een "gouden generatie" jonge mannen die in de Ieperboog het leven lieten.
Met meer dan een half miljoen bezoekers in amper drie jaar tijd zou Talbot House of 'Toc H' (de uitspraak van de initialen door de seingevers) uitgroeien tot het bekendste soldatenhuis van het Britse leger. Voor velen onder hen wordt het "a home from home" waar ze een beetje lichamelijke, geestelijke of spirituele rust kunnen vinden. "Ik voelde me net als Alice die door de spiegel Wonderland binnenstapte", zo verwoordde een Tommy zijn eerste indruk.
"Kom maar binnen en kijk eens rond. Flirt niet met de deurmat, ze is het gewoon verwaarloosd te worden." (Tubby)
(Info : Brochure 'Talbot House', vzw Talbot House van Poperinge)