Bayernwald ligt op een hoogte van 40 meter en heeft hierdoor een grote militair-strategische waarde. Wie immers tijdens de oorlog op een hoogte of heuvel gelegen is, heeft een betere uitkijk op het front. Hij kan zijn kanonnen trefzeker richten en zijn stellingen gemakkelijker verdedigen. Daarom leveren Franse en Beierse soldaten in november 1914 een verbeten strijd om het bezit van deze site. De Duitsers winnen het gevecht waarop Kroonprins Rupprecht von Bayern de site officieel de naam van Bayernwald geeft.
Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen zij hun “Bayernwald” uit tot een oninneembare vesting. Wat nu nog te zien is, maakt maar 10% uit van wat het ooit in 1917 geweest is. Het is hier tijdens de oorlog op het eerste gezicht, een vrij rustige frontsector. Beide legers zitten vast in hun stellingenoorlog. Om deze te doorbreken proberen ze evenwel ondergronds elkaars positie te ondermijnen. Zo denken de Duitsers in Bayernwald dat hun loopgrachten op grote diepte worden ondergraven en dat de Britten duizenden kilo’s springstof zullen plaatsen. De Duitsers bouwen als reactie metersdiepe luisterschachten om de werkzaamheden van de Britten beter te kunnen volgen. Ze ondernemen ook tientallen raids op het vijandelijk gebied om te zien wat de Britten van plan zijn. Maar de dieptemijnen die in 1917 zullen ontploffen, worden elders geplaatst. Na deze mijnenslag belandt Bayernwald ver achter de Britse linies.
In het voorjaar van 1918 tijdens de slag om de Kemmelberg, heroveren de Duitsers deze positie. Hun aanwezigheid is evenwel van korte duur. Uiteindelijk wordt het bos op 28 september 1918 door Britse eenheden van de 34ste Divisie herveroverd. Op 11 november is de oorlog voorbij.
De Britten werken in 1916 aan een groot offensief. Ze willen de Duitsers uit hun hoger gelegen stellingen letterlijk wegblazen. Ze graven over de gehele frontlinie op 24 plaatsen mijnschachten op grote diepte, en hun tunnels lopen tot onder de Duitse stellingen. Het tunneleinde is een grote kamer waarin duizenden kilo's springtuig gestouwd worden. In ‘Bayernwald’ zijn de Duitsers er niet gerust in. De blauwe klei die ze wat verderop bij het ‘Bois Carré’, bij Sint-Elooi en ook bij de ‘Hollandse Schuur’ zien, wijst erop dat de Britten diep aan het graven zijn. De Duitsers bouwen als reactie luisterschachten, zoals de ‘Berta 1 tot de ‘Berta 6’. Diep onder de grond hopen ze te horen waar de Engelsen aan het graven zijn. Deze vijandige werken proberen ze te vernietigen. In werkelijkheid werken de Britten slechts aan een 400 meter lange infanterieverbinding. Zo kunnen hun soldaten veilig heen en weer tussen hun eerste en tweede frontlinie lopen.
Het is de ‘Berta 4’ die bij toeval door de familie Becquart in 1971 wordt ontdekt. De schacht is oorspronkelijk 25 meter diep, met daar boven de resten van een houten schachthuis. Hierin stond toen een windassysteem om de klei naar boven te halen of om de ‘mijnwerkers’ naar beneden te laten. De bestaande constructie is nog 17 meter diep. Er zijn nog restanten van een luchtpijp en van een ijzeren ladder.
Op 7 juni 1917 laten de Britten tussen Ieper en Mesen alle 24 dieptemijnen ontploffen. Vijf weigeren evenwel dienst. Duizenden tonnen aarde, beton, stellingen, wapentuig en Duitse soldaten vliegen de lucht in. De ontploffingen van in totaal 500.000 kg springstof is hoorbaar tot in Londen. De chaos is onbeschrijflijk. Tijdens de daarop volgende Britse verrassingsaanval wordt Duits gebied heroverd. Over ‘Bayernwald’ getuigen de Britten achteraf dat het de best verdedigde ondergrondse sector in Vlaanderen was. Vanaf 1916 organiseren de Duitsers hun verdediging in bunkerstellingen op de hoogtes. Overal worden machinegeweren opgesteld die alles onder vuur houden en elke aanval moeten afslaan. Veel betonbunkers zitten half ingegraven, waardoor ze moeilijker te zien zijn.
De bunkers in ‘Bayernwald’ hebben slechts een vrije hoogte van 1,20 meter. Ze zijn alleen bedoeld als veilig onderkomen tijdens beschietingen. De meeste bunkers zijn in gegoten beton. Daar waar het dichtbij de frontlijn te gevaarlijk is om bunkers te gieten, bouwen de Duitsers geprefabriceerde bunkers met betonstenen. De resterende bunkers in het ‘Bayernwald’ behoren tot beide types en dateren van de zomer 1916. De bunkers zijn gebouwd op gegoten platforms en rusten op een zachtere stabiliseringlaag. Iedere bunker bestaat uit twee kamers, die binnenin verbonden zijn met een deuropening. Iedere kamer heeft een koker voor een kachelaansluiting en/of periscoopgebruik. In september 1918 staan er in het oorspronkelijke ‘Bayernwald’ tien betonbunkers die samen ruimte bieden aan 47 Duitse soldaten.
Na de oorlog zijn de betonstenen gegeerde materialen voor de heropbouw, zodat dit bunkertype zeldzaam is geworden. In 1914 maakt ook het perceel akkerland, gelegen aan de overkant van de toegangsweg, deel uit van Bayernwald. De Duitsers brengen hier de eerste drie oorlogswinters in moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand worden de loopgraven vooral opgebouwd met zandzakken. De vele beschietingen maken er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom beginnen de Duitsers, voorjaar 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede lijn met ingegraven loopgraven en betonbunkers. De materialen worden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trekken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Er blijven wel nog een aantal verbindingsloopgraven bestaan naar enkele vooruitgeschoven posten. Eén ervan bevindt zich op deze site.
De huidige loopgraven zijn volledig gereconstrueerd op basis van archeologisch onderzoek. De onderbouw van de loopgraaf bestaat uit omgekeerde A-frames met daarop de loopplanken. Het water wordt eronder weggevoerd. De wanden zijn opgesteund met stevig verankerd vlechtwerk in wilgentenen. (Info: Persmap naar aanleiding van de officiële opening van Bayernwald te Wijtschate-Heuvelland) De gemeente Heuvelland heeft een gebruikersovereenkomst op zak met eigenaar René Declercq en heeft het recht van opstal voor didactisch materiaal. De gemeente staat ook in voor het opvolgen van de restauratiewerken en de subsidiedossiers. Bayernwald is de enige Duitse site uit de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen met een unieke combinatie van een loopgravenstelsel, een mijnenschacht en bunkers. De gemeente Heuvelland heeft een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de vzw ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) voor de ontsluiting van deze unieke site. De werken omvatten het plaatsen van infopanelen, kraanwerk en verhardingen. De kostprijs hiervan wordt geraamd op 41.672,00 EUR. Het project wordt gesubsidieerd door de Provincie West-Vlaanderen, het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap. (PLI)