Toen de Frans-Afrikaanse troepen, de Zoeaven, tijdens de Eerste Wereldoorlog in Koksijde belandden, wat kregen zij dan te zien?
De aanleg van de Zeelaan in 1895, die Koksijde-Dorp met het strand verbond, betekende het begin van Koksijde-Bad als badplaats. Aan het kruispunt van de Zeelaan met de Koninklijke Baan werd het Chalet des Bains opgericht, indertijd een eenvoudig houten chalet. Vanaf 1904 reed er op de Zeelaan een paardentram, die de toeristen naar de badplaats bracht. In 1905 werd het Hotel Terlinck aan de Zeedijk geopend. In de buurt ontstonden de eerste villa's en handelshuizen.
De eerste vrijstaande villa's kwamen hoofdzakelijk vanaf 1910 tot stand in het zogeheten "Quartier sénégalais". Het aanlegplan van deze wijk dateert uit 1908. De eerste duinhuizen werden in cottagestijl opgetrokken en de meest markante woningen werden door architect Gaston Lejeune ontworpen. Verhalen doen de ronde dat de Zoeaven, toen zij tijdens de Eerste Wereldoorlog in de sector Nieuwpoort strijd leverden, in tenten en recent gebouwde villa's verbleven.
Na WO I kwam Koksijde als badplaats tot bloei waardoor het aantal vakantiewoningen in de "Quartier sénégalais" toenam, maar ook daarbuiten. Gaston Lejeune signeerde ook tijdens het Interbellum een groot aantal villa's. Zijn oeuvre vormt als het ware de ruggengraat van de architectuurgeschiedenis van Koksijde-Bad.
De "Quartier sénégalais" werd op 11/6/2001 als dorpsgezicht beschermd.
Pagina aangemaakt door Friede Lox - Gidsenkring Westhoek.