27 oktober 1915 - unieke beelden van de verwoestingen als gevolg van hevige artilleriebeschietingen
Artikel overgenomen uit 'Selebeke', Tijdschrift van de Heemkundige Kring Selebeke, jaargang 6, nummer 12, november 2012
Auteur: Marc Coene
Soms kunnen archieffoto's uit een onbekende en onverwachte hoek opduiken. Via contacten bekwamen we van de heer James Harriss
(1) enkele foto's die zijn grootvader Captain Reginald Edmund Harriss maakte toen hij gedurende de Eerste Wereldoorlog in de Zillebeekse regio vertoefde.
Captain Reginald Edmund Harriss
Sommige plaatsen waar Captain Harriss voorbij kwam, legde hij vast op de gevoelige plaat. Vanzelfsprekend waren het vooral de verwoestingen die zijn aandacht trokken. Op het kerkhof van Zillebeke werd zelfs de doden geen rust gegund tijdens deze niets en niemand ontziende oorlog.
Op de plattegrond van Zillebeke-Dorp en omgeving op volgende pagina, worden de positie en richting aangeduid van waaruit Captain Harriss zijn foto's maakte. De foto's worden met nummerverwijzing aangeduid.
Aanduiding op loopgravenkaart "Zillebeke - Edition 5.A - 28 N.W. 4 & N.E. 3 (parts of) - trenches corrected to 01.04.1917" van de posities waar Captain Harriss stond tijdens het nemen van onderstaande foto's.
Achterzijde van de verwoeste kerk.
Dorpsgezicht richting huidige bakkerij Titeca (Zillebeke-Dorp 46).
Kerkhof met een opengereten graf en links de kerk.
Zicht vanaf het kerkhof naar de overzijde van de dorpsplaats "het hoekje" met ernaast het toen nog bestaand wegeltje. Aan de woningen is al aanzienlijk schade toegebracht.
Bronnen:
- loopgravenkaart "Zillebeke - Edition 5.A - 28 N.W. 4 & N.E. 3 (parts of) - trenches corrected to 01.04.1917" (privéverzameling)
- documentatie van de heer James Harriss
(1) de heer James Harriss, momenteel woonachtig in Hungerford, Engeland, is de kleinzoon van Captain Reginald Edmund Harriss. R. E. Harriss was Captain van de 10e Lancashire Fusiliers. De Lancashire Fusiliers waren in de maanden augustus, september en oktober 1915 in de regio Zillebeke, Wijtschate en Dikkebus gelegerd. Enkele hogere militairen en soldaten hadden in het begin van de oorlog al een eigen fototoestel bij zich, dit zullen vooral de meer gegoeden geweest zijn. In het eerste 'oorlogs'jaar werden er dus veel privéfoto's genomen. De censuur van de overheid nam echter vlug toe toen de verwachting van een korte oorlog voorbij was. Tegen einde 1915 kon men voor het dragen van een fototoestel voor de krijgsraad worden gebracht. Foto's in oorlogsgebied dienden voortaan door officiële oorlogsfotografen te worden genomen.
Gepubliceerd 23/12/2012.