Britse grafstenen voor Indiërs
Artikel overgenomen uit de Gidsenkroniek Ieper-Poperinge-Westland, Jaargang 2006/1

Auteur: Roger V. Verbeke

Deel 2 over vreemde grafstenen
Grafstenen voor Indiërs, o.a. Hindoes, moslims en sikhs

Op heel wat Britse militaire begraafplaatsen van 1914-1918 staan grafstenen voor Indiërs.

Brits Indië was sinds 1885 een kroonkolonie onder het directe bestuur van een gouverneur-generaal met de titel van onderkoning of raj. Het was een groot en rijk gebied, met veel volkeren, talen en religies.

India stuurde reeds eind augustus 1914 staande eenheden, met beroepsmilitairen, naar West-Europa. De Indiase leiders (o.a. maharadja’s) steunden het Verenigd Koninkrijk (van Groot-Brittannië en Ierland) met geld en manschappen, in de hoop na de oorlog de status van onafhankelijk gemenebestland te krijgen. Die hoop maakte bij het bloedbad van Amritsar, op 13 april 1919, plaats voor verbittering.

N.v.d.r.: de Arabische cijfers tussen aanhalingstekens verwijzen naar codes gebruikt door de C.W.G.C. – de letters naar de aanvullende notities van de auteur (in bijlage).
 
BRITSE GRAFSTENEN VOOR INDIËRS

In de rijen Bitse grafstenen lopen we wel eens achteloos voorbij stenen voor doden van ‘The Indian Army of the Indian Labour Corps’ (1e foto hieronder). Dit zal zijn omdat ze er Brits uitzien: met militaire badge, vier regels gegevens, smal Latijns kruis, eventueel onderschrift.

Die badge is geen nationaal embleem, zoals dit het geval is voor de doden van de dominions: Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Newfoundland (a). Het is het kenteken van een regiment of van een korps: meestal cirkelvormig en met elementen die we ook in Britse badges terugvinden. Enkele voorbeelden: voor the 3rd Gurkha Rifles, the 9th Bhopal Infantry, the 40th Pathars, the 52th Sikhs, the 129th Baluchis…  (Je moet ze wel vinden!)

Voor niet-geïdentificeerde Indiërs (feitelijk deels geïdentificeerde) staat alleen ‘An Indian soldier of the Great War’ (2e foto hieronder), ofwel  ‘A soldier of the Great War-Indian Army’.

SOLDIER betekent hier een militair, het kan een soldaat zijn of een korporaal of een onderofficier of een officier.





CODES VOOR DE RELIGIEUZE EMBLEMEN OP GRAFSTENEN BIJ DE C.W.G.C.
 
Onze aandacht gaat in deze bijdrage naar grafstenen met een formule in een vreemd schrift boven de gegevens, of naar een uitzonderlijk embleem eronder.

Dit zijn aanpassingen door de Imperial War Graves Commission, sinds 1964 de Commonwealth War Graves Commission (C.W.G.C.), voor uitzonderlijke gevallen of voor aanhangers van verschillende godsdiensten. Die Commissie voorziet een religieus embleem, maar de nabestaanden kunnen zich ertegen verzetten en worden gehoord.
 
De handleiding van de C.W.G.C. vermeldt de religieuze emblemen volgens een code met een Arabisch cijfer, één of meer letters erachter duiden een variant aan:
  1. (Smal) Latijns kruis: bovenaan de steen (zie afb. 1)
  2. Breed (Latijns) kruis: achter de badge (zie afb. 2)
    Die kruisen zijn bedoeld voor christenen (anglicanen, rooms-katholieken, enz.) maar ook voor algemeen gebruik. (Voor een onderscheid verwijzen we naar Gidsenkroniek Westland 2005/3, blz.73).
  3. Davidster: onder de gegevens - voor joden (zie afb. 3)
  4. Victoria Cross: onder de gegevens, breedarmig kruis met opgeplaatste elementen. Voor dragers van ereteken V.C. (zie afb. 4)
  5. George Cross: onder de gevens, Grieks kruis met opgeplaatste elementen. Voor dragers van ereteken G.C., vanaf 1941
    Voor Indiërs is het in veel gevallen een ander religieus embleem, in de vorm van één of meer standaardformules:
  6. Twee formules (of één) in het Arabisch: voor een moslim, b.v. een Baluchi (uitspraak BALOETSJI)
  7. Een formule in het Hindi: voor een hindoe, b.v. een Gurkha (uit het bergland, uitspraak GOERKA)
  8. Een formule en een stoepa (d.i. hoge koepel): voor een boeddhist, b.v. een Labourer (b)
We zoeken nog altijd een voorbeeld van nr. 10 en 11: het embleem voor baha’i’s en het embleem voor mazdeïsten (of parsisten of volgelingen van Zarathoestra of Zoroaster).



Volgens de registers van de Commonwealth War Graves Commission liggen in de Ieperboog 60 graven voor doden van Indische eenheden. We vinden er 20 op Bedford House Cemetery in Zillebeke (6 moslims, 1 sikh en 13 naamloze grafstenen, allemaal in een afzonderlijk perk), 7 op Groote Beek Cemetery (2 Hindoes, 1 sikh en nog een naamloos graf), 1 Britse majoor bij de Indische cavalerie op Ypres Town Cemetery, 1 Britse kapitein bij de Indische Sikh Pioneers op Ypres Town Cemetery Extension, 1 Britse majoor uit de rangen van de Baluchis bij de kerk van Kemmel, enz.

In het departement Pas-de-Calais liggen twee Britse militaire begraafplaatsen met veel Indische doden: Zelobes Indian Cemetery in La Couture (meer dan 100 Indische graven) en Rue-du-Bacquerot No.1 Military Cemetery in Lavantie (rijen grafstenen voor Hindoes en sikhs en moslims).

FORMULES OP STENEN VOOR MOSLIMS (code 6)

Een MOSLIM, van het Arabische MUSLIM, is iemand die zich overgeeft, die zich aan Allah (al Illaah: de godheid) onderwerpt. De moslims (c) vormden in Brits Indië de grootste groep na de Hindoes.

Voor een geïdentificeerde moslim staan twee standaard formules op de steen, één boven en één onder de regels gegevens (foto rechts boven).
Ze zijn in het Arabisch, een Semitische taal. Ook het schrift is Arabisch: consonantisch (zoals het Hebreeuws), met een alfabet uit 28 medeklinkers. Het gebruikt sierlijke verbindingen en onderscheidende punten. Er bestaan tekens voor de klinkers maar die worden weinig gebruikt, b.v. voor kinderen. De lezing is van rechts naar links (d).



De bovenformule kregen we in transcriptie: Hu al Ghafoor. (De GH uitgesproken als de Franse R). Dit betekent: He is the Forgiven - Allah schenkt vergiffenis.
 
De onderformule: Inna al Illaah e wa inna Ilaihi rajioon.
Dit wil zeggen: Surely! We are Allah’s and surely! Unto Him we are returning. We komen uit God en we keren bij Hem terug (e).

We zagen ook wel stenen met alleen de eerste formule, eens boven en eens onder de gegevens.



Voor een deels geïdentificeerde moslim (d.w.z. met één of meer gegevens maar geen naam) staat bovenaan één Arabische formule: Bis mi Illaah ar-rahmaan ar-rahiem.

Dit is: in de naam van Allah, de meest meedogende, de meest barmhartige (in Semitische talen wordt vaak dubbele betekenis toegekend aan woorden) (f).

Op die stenen lezen we onderaan: A mussalman soldier of the Great War. Ofwel: A soldier of the Indian Army is honoured here.

Bij moslims letten we op de oriëntatie van de graven, omdat een moslim zoveel mogelijk parallel aan de richting naar Mekka hoort te liggen, met de voeten naar het bedevaartsoord.
 
FRANSE GRAFSTENEN VOOR MOSLIMS

Op de Franse militaire graven staat meestal een wit Latijns kruis van gewapend beton of kunststeen, maar niet voor joden en moslims, ook niet voor aanhangers van uitzonderlijke godsdiensten of voor vrijzinnigen. Daar staan grafstenen, er zijn drie types.
 
Voor moslims hebben ze bovenaan de vorm van een spitse hoefijzerboog, een boog die we in moskeeën zien. Bovenaan staan twee symbolen ingegrift: een maansikkel en daarin een vijfpuntige ster. Samen duiden ze de islam aan.



De maansikkel is een oud Oosters symbool maar stelt hier de macht van Allah voor: God schiep de maan om de mensen te helpen. Een maansikkel staat als teken van geloof in en overgave aan Allah. De liggende maansikkel kan vergeleken worden bij een gebaar met schuinopwaarts opgeheven armen.
 
De vijfpuntige ster (pentagram) duidt op de vijf heilige plichten of pijlers van de islam: de herhaalde geloofsbelijdenis, het rituele gebed, de welwillende aalmoezen, de vasten in de maand ramadan, de bedevaart naar Mekka (als het kan).  Onder de twee symbolen staat een Arabische standaardformule, op twee regels die een geheel vormen. Die formule luidt: Haa thaa/kabroe al marchoem. Dit betekent: Dit is/ het lichaam van de dode.
 
Daaronder staan de gegevens op een plaatje: naam, eenheid (b.v. regiment), formule Mort pour la France, sterfdatum, grafnummer. Het loont de moeite de naamopbouw te bekijken, b.v. Ali ben Mohammed ben Saïd: Ali was de zoon van Mohammed en die was de zoon van Saïd.

FORMULES OP STENEN VOOR HINDOES (code 7)

Een hindoe was oorspronkelijk een oeverbewoner van de Indus. Nu is het een aanhanger van het hindoeïsme en van de Indische cultuur. Die godsdienst is ontwikkeld door inwerking van Dravistische en Arische invloeden op de religie van de Indusbeschaving. Het is een tolerante godsdienst met een schakering van vereerde goden en godinnen, zonder kerkelijke organisatie maar veel riten, o.a. crematie. Centraal staat het geloof in de eeuwige kringloop van geboorte, leven, sterven en wedergeboorte. Het hindoeïsme is nu de meest verspreide religie in India.
 
Voor een geïdentificeerde hindoe staat bovenaan een korte standaardformule in het Hindi, een Indo-Europese taal die de taal van Centraal-Indië was en is. Die is geschreven in het Devanagari (of Nagari), het schrift van het Sanskriet (g).


 
Het is een syllabeschrift met grafische tekens en ligaturen d.w.z. aaneenkoppelingen. De woorden staan gescheiden, door de horizontale bovenstrepen kunnen we de woorddelen onderscheiden van links naar rechts, zoals wij gewoon zijn.
 
De formule op de steen luidt: Om Bhagwaté nama. Dit betekent: May God be praised. In vertaling: God zij geloofd of Geloofd zij God (8).

Normaal worden de regels gegevens voorafgegaan door een zin: The following Hindu soldier of the Indian Army is honoured here. Ofwel: This Hindu soldier…enz.  Bij Hindoes, en ook bij sikhs, spreekt men niet over begraven. Die stenen zouden dan gedenkstenen zijn, in plaats van grafstenen.
 
De voorgeschreven crematies zouden een verklaring zijn voor de ingekorte formule op de Stones of Remembrance van Sir Edwin Lutyens. Schrijver Rudyard Kipling koos uit het bijbelse boek Ecclesiasticus de zin Their bodies are buried in peace: buth their name liveth for evermore. Hij kende Indië en zijn gevoeligheden, daarom behield hij alleen de laatste vijf woorden. Of is die ingekorte zin e.v. alleen om praktische redenen? (i).
 
FORMULES OP STENEN VOOR SIKHS (code 8)

Een SIKH, van het Hindi SIKH, is een leerling. Sikhs zijn leden van een religieuze gemeenschap, op het einde van de 15de eeuw in het noordwesten van Indië gesticht. De stichter en eerste goeroe (d.w.z. spirituele leermeester) Nanak streefde naar een verzoening en vermenging van het hindoeïsme en de islam. Het sikhisme kent slechts één God: Hari, de schepper.
 
De sikhs werden door vervolgingen militanter en gingen zich militair organiseren. Er kwam een religieusmilitaire kerngroep (de khalsa), herkenbaar aan de ongeknipte haardracht in de opvallende tulband, ook door de toegevoegde naam Singh (d.w.z. leeuw).
 
Bovenaan de steen staat een standaardformule op drie regels. Die is in het Punjabi, een Indo-Europese taal gesproken in Punjab: in Noordwest-Indië. Het schrift is verwant met het Nagari en moeten we weer van links naar rechts lezen. Het is het Gurmukhi: het schrift van de goeroe.


 
De formule luidt: Ek omkar/sri Vohéguru jif ki fethoi.
Of anders: Ik oankar/sri Wageguru ji ka fateh. (Vohéguru of Wageguru is de opperste goeroe!). In vertaling: God is one, God is supreme  - God is enig, God is almachtig.
 
Volgens het model worden de regels gegevens voorafgegaan door een zin: This Sikh soldier of the Indian Army is honoured here. Ofwel: The following soldier (enz.). Die stenen zouden gedenkstenen zijn, geen grafstenen. Sikhs vereren geen graftombes.
 
Voor een deels geïdentificeerde sikh staat onder de religieuze formule An unknown Indian soldier of the Great War. Of nauwkeuriger: A Sikh soldier of the Great War, daaronder de naam van zijn regiment.
  
AANVULLENDE NOTITIES
  1. Toch eigen badge voor de NAVIES (tenzij voor Nieuw-Zeeland) en voor de Candese en Australische Air Force.
  2. Gezien op British & Indian Cemetery, La Chapelette (ten zuiden van Péronne): graven van Christian Indians en 325 van Indian Labour Corps.
  3. We letten op de benaming. ISLAMIET is een in onbruik geraakte Westerse benaming, afgeleid van het Arabische begrip ISLAM (islaam): totale overgave aan God, met daarbij de uiterlijke getuigenis, het geloof en de riten volgens de KORAN (d.w.z. voordracht, reciet).
    Een andere Westerse benaming is MOHAMMEDAAN, maar die wordt door de moslims verworpen: ze willen duidelijk stellen dat ze de profeet Mohammed niet als godheid vereren.
    In het Frans horen we MUSELMAN, een ontlening aan het Perzisch. In het Nederlands is die term vrijwel in onbruik geraakt, zoals MOOR (van Mauritanië) en SARACEEN (van het Grieks, voor MOSLIM in het gebied van de Middellandse Zee).
  4. We moeten een onderscheid maken met het Urdu. Dit is een Indo-Europese taal met Perzische inslag. Ze wordt gebruikt door de moslims in Voor-Indië. Het is de officiële taal in Pakistan. Het schrift lijkt op het Arabische.
  5. Ook Sindbad, de zeeman, gebruikt die vrome uitdrukking als hij weer eens schipbreuk leed en aanspoelt op een onbewoond eiland. Hij zegt: “Zie, we zijn Allahs schepselen en tot Hem keren we terug”. - Hij is de hoofdpersoon van een aantal Arabische verhalen uit de 8ste-10de eeuw, opgenomen in de verhalen van Duizend-en-één-Nacht.
  6. Andere versie van de Arabische formule: Bisni Illaah hir Rahman nir Raheem.- In naam van de barmhartige en genadige Allah. (In de context wordt Allah wel Illaah). Dit is de gewone inleidingformule van de soera’s (hoofdstukken) in de koran.
    Die formule staat ook op de zuil van het Indian Memorial in Neuve-Chapelle (kruispunt La Bombe) en op het gedenkteken voor de Indiërs aan de Eekhofstraat (bij het kasteel Palingbeek) in Hollebeke. In beide gevallen voor moslims, Hindoes en sikhs: drie soorten schrift.
  7. Het Sanskriet was de taal van Arische stammen in Noord-Indië, de klassieke Oudindische taal. Al in de 3de eeuw n.C. een dode taal, nu alleen een religieuze en literaire taal.
  8. Dat schrift zien we ook op de voorkant van het Indian Memorial bij de Menenpoort, op de vestingwal in de richting van de Rijselpoort.
  9. Het boek Ecclesiasticus is een apocrief boek van het Oude Testament. Dit didactische werk werd omstreeks 180 v. C. door Jezus Sirach in het Hebreeuws geschreven. Het wordt beschouwd als van twijfelachtige, niet authentieke oorsprong. Daarom is het niet in de joodse of christelijke bijbel opgenomen, we vinden het dus niet in De Nieuwe Bijbelvertaling van 2004. – Kipling koos uit hoofdstuk 44 het vers 14.
BIBLIOGRAFIE 
  • DENDOOVEN (D.), Het Indische leger in de Ieper Salient 1914-1918, Ieper, DC-IFF, 1999
  • HIGOUNET (Ch.), L’écriture, Paris, P.U.F., 1955 (Que sais-je ? no. 653)
  • VAN BAAREN (T.P.), Van maansikkel tot rijzende zon. – De grote godsdiensten van Azië, Zeist, De Haan, 1960. (Phoenix Pockets nr. 34) 
INFORMATIE
  • Ambassades in Brussel: van India en Pakistan, van Algerije en Marokko
  • Bureau C.W.G.C. in Ieper
  • DESCAMPS Frans, Ieper
  • Documentatiecentrum IFF in Ieper  
FOTO’S
  • Roger V. Verbeke, Oswald Gryson

Gepubliceerd op WO1.be op 18/04/2020.