Pauline Vanden Berghe, een Poperingse heldin
Artikel overgenomen uit de Gidsenkroniek Ieper-Poperinge-Westland, Jaargang 2019/3

Door Bertin Deneire


Enkele jaren geleden werd in mijn stad via de media de vraag gesteld wie de grootste held of heldin van Poperinge was. De Poperingenaars konden n.a.v. de Erfgoeddag hun grootste held kiezen uit een aantal genomineerden. Ikzelf en -naar ik hoor- nog een groot aantal oudere inwoners kozen voor de figuur van Pauline Vanden Berghe, een spionne die tijdens de Eerste Wereldoorlog actief was. Uiteraard waren er heel wat andere valabele kandidaten want elke Poperingenaar die aan de poll deelnam, zal wel haar of zijn reden gehad hebben waarom iemand zo uitzonderlijk is. Maar meteen kon je ook de bedenking maken hoe een mens moest kiezen uit zo’n uiteenlopend plethora van kandidaten wiens heldendaden zo verschillend waren - zowel in aard als in tijdperk. Bovendien kun je de vraag stellen wat een mens precies tot een held maakt. Uiteraard was ik ontgoocheld toen mijn favoriete figuur niet won. De persoon die het haalde, heeft duidelijk zijn verdiensten maar is ondertussen zo in de vergetelheid geraakt dat die zijn naam nog nauwelijks herinnerd wordt. Ik vraag mij trouwens af of deze persoon binnen honderd jaar nog zo bewonderd zal zijn als mijn heldin van Poperinge.
 
Biografie



Pauline Vanden Berghe werd geboren in Menen op 1 november 1870. Als dochter van begoede ouders kreeg ze de kans om te studeren. Ze werd onderwijzeres en gaf van 1893 tot 1910 les in de streek van Ninove. Op 40-jarige leeftijd verliet ze het onderwijs en begon aan studies in de verpleging. Twee jaar later promoveerde ze met grote onderscheiding aan het Gentse Bijlokehospitaal en ging meteen aan de slag in het stedelijk ziekenhuis van Ninove.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ze militaire verpleegster in een Brussels Rode Kruishospitaal. Tussen haar drukke ziekenhuiswerk door, redde ze verschillende gewonde soldaten uit de handen van de Duitsers. Toen het front zich noordwaarts verplaatste, werd ze verpleegster in de forten van Antwerpen.

Na de val van Antwerpen, op 10 oktober 1914, trok ze naar het neutrale Nederland waar ze Belgische gevangeniskampen bezocht, en brieven of geld van het thuisfront naar de gevangen soldaten smokkelde. In die periode werd ze voor het eerst door de Belgische spionagedienst gecontacteerd die in haar de ideale kandidate zag. Ondertussen bleef Pauline contact houden met geïnterneerde soldaten, en bracht ze nieuws of briefwisseling van hen over naar hun bezorgde families in Vlaanderen. Tussen 1915 en 1917 was Pauline Vanden Berghe bijzonder actief als ‘Passeur Hommes’, t.t.z. bij het overbrengen van oorlogsvrijwilligers uit bezet naar onbezet gebied. Tijdens die tochten werd ze tot driemaal toe door de Duitsers gearresteerd maar bij gebrek aan bewijzen weer vrijgelaten.

Met haar opgedane ervaring ‘in het veld’ begon Pauline in 1918 nu echt spionagewerk te verrichten maar ze werd op 2 februari definitief opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis. Vanden Berghe werd na verschillende processen uiteindelijk door een Luikse krijgsraad ter dood veroordeeld maar dankzij invloedrijke personen werd haar straf in levenslange hechtenis omgezet. Bij de wapenstilstand kwam ze vrij, een verzwakte en gebroken vrouw.
 
Na de oorlog leidde Pauline Vanden Berghe een vrij onopvallend leven en verdiende haar brood als administratief bediende. Ze had geen kinderen want ze bleef haar hele leven vrijgezellin. Toen ze in 1938 met pensioen ging, kwam ze in Poperinge terecht waar ze nog een twintigtal jaar als graag geziene en gegeerde bewoonster in de Sacré Coeur in de Bruggestraat verbleef. Ze stierf er op 21 maart 1958.
 
Heldendaden

Zonder ooit om haar eigen veiligheid bekommerd te zijn, heeft Pauline Vanden Berghe tijdens de Eerste Wereldoorlog alles gedaan wat in haar mogelijkheden lag om menselijk leed te verlichten én om haar land te dienen.
 
Paulines toewijding begon met de verzorging van gekwetsten. Snel toonde ze ook aandacht voor het welzijn van degenen die ze verzorgde. Haar grootste bijdrage echter was het smokkelen van vrijwilligers uit het door de Duitsers bezette gebied - via Nederland en Engeland - naar het IJzerfront. Tussen 1915 en 1917 bracht deze voorbeeldige patriotte niet minder dan 118 vrijwilligers en rekruten in veiligheid, waarna zij het Belgische leger achter de IJzer konden vervoegen. Daarbij liep Pauline telkens groot gevaar voor haar eigen leven.
 
In 1916 liep het voor het eerst mis. Toen Pauline zes mannen naar Neerpelt begeleidde, werd ze opgepakt. Een kloosterzuster in burgerkledij die zich zonder toelating in het spergebied bevond, leek erg verdacht. Pauline zat zes weken in voorhechtenis maar kon uiteindelijk vrijkomen door te beweren dat ze een gevluchte Franse non was - in burgerkleren. Op 2 februari 1918 werd ze in Antwerpen een tweede keer opgepakt maar werd dit keer tijdens haar verhoor mishandeld en zelfs gefolterd. De Duitsers deden alle moeite om haar schuld te bewijzen en dit keer zou Pauline Vanden Berghe niet door de mazen van het net glippen.

Uiteindelijk werd ze tot vijftien jaar veroordeeld maar toen de Duitsers ontdekten dat Pauline ook militairen naar Nederland had overgebracht, werd ze ter dood veroordeeld. Noch tijdens haar verhoor, noch tijdens haar proces, noch tijdens haar gevangenschap zou deze moedige vrouw ooit iets van haar clandestiene werkzaamheden of persoonlijke contacten prijsgegeven. Door de harde behandeling was Pauline erg verzwakt en de krankzinnigheid nabij. Na haar veroordeling werd ze doorverwezen naar een lazaret en kreeg uitstel van executie. Na de wapenstilstand kwam ze vrij.
 
Voor haar verdiensten als spionne, voor haar logistieke hulp aan het Belgische leger maar wellicht het meest als toeverlaat van vele Belgische soldaten die ze verzorgde of bezocht, kreeg ze in 1921 o.a. het Ridderkruis in de Leopoldsorde en het Burgerlijke Kruis Eerste Klas.

Zelfs in haar oude dag toonde Pauline haar goed hart door voor arme kinderen uit de Bruggestraat een sjaal of een trui te breien of soms wat muntjes uit haar kamervenster naar spelende kinderen in de straat te gooien.
 
Bij haar overlijden besteedde het Het Wekelijks Nieuws drie uitgebreide artikels aan de levensloop van deze opmerkelijke vrouw, wiens identiteit en vooral haar moed nu in de vergetelheid dreigen te geraken. Toch was ze zonder meer een heldin van het zuiverste ras: de Poperingse Edith Cavell.
 
Met dank aan Willy Tillie en Eric Vande Casteele


Gepubliceerd op WO1.be op 28/04/2020.