Ruisseau Farm Cemetery en de Guards Division op 8-10 oktober 1917
Artikel overgenomen uit de Gidsenkroniek Ieper-Poperinge-Westland, Jaargang 2017/4
Door Danny Jonckheere
Het verhaal van het graf van Arthur Charles Ralph in de tv-reeks “Onder Vlaamse Velden” was voor mij de reden om deze begraafplaats aan een intens onderzoek te onderwerpen. In de Melkerijstraat 14 woont het sympathieke landbouwersgezin van Johan en Ann Kimpe-Louwagie. Langzaam gaf deze Britse begraafplaats mij enkele geheimen prijs toen we het bronnenmateriaal bestudeerden voor ons schooltheaterspel op 23 april 2017. Pol Lefevre bezorgde me de “war diaries” (de oorlogsdagboeken), de “narratives” (verhalen) en de “medical reports” (medische rapporten) van de bataljons die in Langemark-Poelkapelle werden ingezet. Geen enkele vraag was hem teveel. We hadden geluk dat het Kenniscentrum Ieper ook een huzarenstukje opvoerde voor zijn zomertentoonstelling. Met zin voor de kleinste details telde Dries Chaerle minutieus elke dag alle gesneuvelden van de derde Slag om Ieper uit. Zonder hen…
1. Ruisseau Farm in de Grote Oorlog
Het waren de Franse troepen die in het najaar van 1914 de boerderij bij de Steenbeek zijn gepaste naam gaven: Ruisseau Ferme, wat letterlijk boerderij bij de beek betekent. Op 22 april 1915 verdreef de versmachtende chloorgaswolk daar Franse troepen zuidwaarts. In de periode tussen 22 augustus en 4 oktober 1917 werd de omgeving van deze boerderij weer vast Brits gebied. In fotomateriaal zagen we bij de boerderij sporen van opgestelde artilleriestukken. In oktober vormt Ruisseau Farm en de Wijdendrift het decor voor de howitzers om van daaruit de oprukkende troepen te beschermen. Op de vooravond van “de Slag van Poelkapelle” (9 oktober) stonden de Britse troepen op hun startlijnen een twee- tot driehonderd meter van de verzonken Broenbeek af. Een goede kilometer westwaarts van Ruisseau Farm verwijderd… Het terrein was intussen zoals de hele Salient al helemaal doorzaaid van granaattrechters. Het hevige openingsoffensief van de Britse artillerie had ervoor gezorgd dat vanaf half juli 1917 ongeveer 4,2 miljoen granaten op het Duitse gebied terechtkwamen. Een helse granaatregen die de streek vernietigde en het terrein in granaattrechters herschiep. Die vulden zich die zomer nog met water van intense stortregens… Tussen diepe trechters en op gladde vlonderpaden moesten de Britse aanvallers zich daar een weg banen…
2. De begraafplaats
Vandaag telt deze kleine
militaire begraafplaats van het British Commonwealth 82 grafzerken. Zes niet-geïdentificeerden vinden er hun laatste rustplaats. Opvallend: de 76 gekende graven zijn allen Brits. Onder hen 49 infanteristen en merkwaardig genoeg ook 27 artilleristen. Op de begraafplaats liggen 32 militairen gedood tussen 8 en 10 oktober 1917. Het aandeel van de Guards is er overweldigend: 3de Bn. Coldstream Guards (9), 4de Bn. Coldstream Guards (1), 2de Bn. Grenadier Guards (8 overleden op 8 oktober – moet dit niet 9 oktober zijn?), 1ste Bn. Irish Guards (3), 1ste en 2de Bn. Scots Guards (2), Royal Field Artillery (3) en de Royal Horse Artillery (1). Vier militairen van het 14de Bn Worcestershire Regiment (63ste divisie) rusten er eveneens. Dit bataljon was het pionierbataljon van de 63ste Divisie. De 63ste divisie maakte zich die dagen op voor dienst in de Ieperboog. Het pionierbataljon werd door de divisie vooruitgestuurd om hand- en spandiensten te leveren onder rechtstreeks bevel van het XVIII Corps. Na de eigenlijke aanval in de ochtend van 9 oktober waren zij aan zet om wegenwerken uit te voeren in de buurt van de weg Wijdendrift – Langemark (huidige Bikschotestraat). Het voetvolk van deze divisie zou pas veertien dagen later door de dodelijke (26 oktober) gehaktmolen gehaald worden.
3. De gevechten van de Guards (8 – 10 oktober)
De Guards Division onderscheidde zich verschillende keren door deelname bij verschillende gevechten in de derde Slag om Ieper in 1917: in de Slag van Pilkem (31 juli tot 2 augustus), de Slag om de Meenseweg (20 september tot 25 september), de Slag van Poelkapelle (9 oktober) en de eerste Slag van Passendale (12 oktober).
Bij de Slag van Broodseinde (4 oktober 1917) waren de verliezen aan Duitse kant zeer hoog geweest. Opperbevelhebber Haig was overtuigd nog verder noordwaarts te kunnen oprukken als het weer mee zat. Op 9 oktober moest weer aangevallen worden. De Guards moesten de Broenbeek oversteken en de zuidelijke rand van Houthulstbos bereiken. De Fransen rukten links van hen op. Rechts zou de verbinding gemaakt worden met de 29ste divisie langs de spoorweg Ieper-Kortemark.
Maoor-Generaal Feilding zou zijn tactiek van 31 juli herhalen. De breedte van het front voor de Guards was een goede kilometer. Vooruit moest 2.5 km terrein veroverd worden. Elke gevechtsstrook werd ingedeeld in te veroveren objectieven. De nachten ervoor hadden de Royal Engineers en de Pioniers van het 4de Coldstream Guards matten, infanteriebruggen, prikkeldraad en loopgraafplanken naar voor gebracht om de aanval over de Broenbeek voor te bereiden. Het bataljon van de Irish Guards werd vanaf verzamelplaats Ruisseau Farm met gidsen naar voor gepiloteerd. In de nacht van 8 op 9 oktober bereikten de bataljons eerder moeizaam hun startposities. Het verblijf in de modderige granaattrechters was helemaal geen pretje. Hun ellendig verblijf werd slechts verzacht door een portie rum of warme thee.
In de prille morgen om 5.20u legden de Britse kanonnen een zwaar spervuur op het vijandelijk terrein. Om 5.40u precies gingen de 2de Coldstreams en de 2de Grenadiers over de top met als doel de eerste twee objectieven te veroveren. Ze waadden de Broenbreek over. De Duitse troepen waren verward door het inleidende bombardement. Het 417de Reserve Infanterie Regiment had net het 6de Beierse regiment afgelost. De meerderheid trok zich terug of gaf zich over. Om 6u al werd het eerste objectief bereikt. Langs de Koekuitstraat (Klerkenstraat) boden de Duitsers weerstand bij de bunker van Vee Bend (Klerkenstraat 137). Na omsingeling door de Coldstreams gaven ze zich over als krijgsgevangenen.
Bereikte objectieven van de Guards – rechts 1ste Brigade Guards met 2de Bn. Coldstream en 2de Bn. Grenadiers. In het derde objectief zullen 1ste Irish en 3de Coldstream Guards overnemen. Links 2de Brigade Guards met 1st Bn. Scots en 2de Bn. Irish en overname door de steunbataljons 1ste Coldstream en 3de Bn. Grenadier
Om 8.15u werd het tweede objectief bereikt. De twee steunbataljons, 1ste Bn. Irish Guards en 3de Bn. Coldstream Guards, die volgden, kwamen nu in actie en vielen aan na artilleriebarrage. Het 1ste Bn. Irish Guards moest verbinding maken met het Newfoundland Regiment van de 29ste divisie. Bij Egypt House en Brickfield werd krachtig weerstand geboden en ratelden de Duitse machinegeweren. Het 3de Coldstream stuitte op heftig geweervuur en scherpschutters vanuit Houthulstbos en op de verspreide bunkernesten van Les Cinq Chemins (huidige rotonde van Stadensteenweg en Houthulstseweg). Bij Suez Farm brak een vijandelijke barrage uit bij hun vooruitgang. Dit beklemmend vuur resulteerde in veel verliezen. Uiteindelijk werd de Houthulstseweg zowel door de Guards als door het 29ste nog voor de namiddag veroverd.
Gedurende de namiddag waren er tekens dat er een tegenaanval zou komen. De Duitse vliegtuigen vlogen laag over het veroverde terrein. Er was beweging en transport op de zuidelijke bosrand. Die aanval kwam ’s avonds. De 29ste divisie werd daarbij licht achteruitgedrukt op hun voorste lijn. Het 1ste Bn. Irish Guards trok hierop zijn rechterflank bij Egypt Farm terug. In de nacht van 9 op 10 oktober werd op rechts verbinding gemaakt met het 2de Hampshire Regiment (29ste) dat voorwaarts werd gestuurd. In de nacht werden geen verdere pogingen meer ondernomen om terrein te heroveren.
Op de linkerstrook trokken het 1ste Scots Bn.en het 2de Irish Bn.de Broenbeek over via bruggen. De granaattrechters waren in die zone veranderd in grote waterplassen. De bermen lagen er beter bij dan het moerassige gebied. Behalve hevig machinegeweervuur vanuit Ney Wood dat het 2de Irish Guards een tijdje ophield, deed de vijand weinig inspanning om de oversteek van de Broenbeek te beletten en werd het eerste objectief genomen. Om 8.15u werd zonder veel georganiseerde Duitse tegenstand het tweede objectief bereikt. Toen het 1ste Bn. Coldstream en het 3de Bn. Grenadier over hen trokken, kwam het 1ste Bn Coldstream links onder hevig vuur te liggen bij Strongpoint. Ze lieten Strongpoint opzij en zetten zich door naar het eindobjectief dat ze samen met de 3de Grenadiers bereikten. De nalatigheid op hun linkerflank werd goedgemaakt in de namiddag. Dan werd een aanval op Strongpoint georganiseerd en werden 40 Duitsers met een machinegeweer omsingeld. De Duitsers verzamelden intussen rond Panama House, maar werden daar uiteengedreven door machinegeweervuur. Twee Duitse tegenaanvallen op de aansluiting tussen Fransen en Guards werden gestopt door Brits artillerievuur.
Het is tijdens deze actie van de 3de Grenadiers dat John Harold Rhodes (1891-1917) zijn Victoria Cross behaalde. Hij stond aan het hoofd van een sectie machinegeweren. Hij richtte zijn mitrailleur op de vijand met dodelijke gevolgen. Als een bezetene stormde hij binnen in een bunker. Hij nam negen Duitsers gevangen en kon in het bezit komen van waardevolle informatie. John Rhodes stierf in een gevecht in Fontaine-Notre-Dame bij Cambrai op 27 november 1917. Hij ligt begraven in Rocquigny-Equancourt Road British Cemetery in Manancourt.
Het te overwinnen slagveld… 12 oktober…
Rechts een Britse 60-pounder dichtbij Langemark
Het 55ste Field Company van de Royal Engineers overbrugde intussen de Broenbeek. Eén brug moest hersteld om het vervoer van 60-pounders erover te laten trekken. Op één plaats werd het moeras van de Broenbeek met een loopbrug van meer dan 60 meter overtrokken. Een batterij (4 howitzers) van de 74ste Brigade Royal Field Artillery vuurde van 400 m ten noorden van Abri Wood (achter de Diksmuidestraat naar Boezinge) en het 75ste nam posities in bij de Steenbeek rechts van Ruisseau Farm. Ook ten noorden van Wijdendrift werden howitzerbatterijen ingezet. Het was moeilijk om ze te verplaatsen over de zware grond en het was een hels karwei om de zware munitiekisten naderbij te brengen. Over die zware grond kon men geen verbinding met de telefoon maken. De Signal Company voorzag 60 duiven voor de aanvallende troepen. Nagenoeg alle duiven werden gebruikt en keerden veilig terug met hun boodschap.
Op 9 oktober vormde Ruisseau Farm één van de evacuatiewegen voor de gewonden. Daar werden gewonden met draagberries bijeengebracht, net zoals op Sentier Farm en Wijdendrift in de omgeving. Met de smalspoorlijn (trench tramway) werden de draagberries naar de Advanced Dressing Station (verbandpost) van Green Mill achter de Diksmuidestraat gebracht. Het Main Dressing Station (verbandplaats) voor het 14de Corps bevond zich bij Solferino Farm bij Brielen. Gewonden die nog te voet over de loopplanken geraakten, moesten in Boezinge Chateau verzamelen. Daar werden thee en voedsel uitgedeeld. Duitse krijgsgevangenen werden gedwongen om te helpen bij de evacuatie. De zware regenval en zompige bodem maakten het werk van de brancardiers uiterst zwaar. Het wegdragen van gewonden op het slagveld zoals bij Egypt House werd nog bemoeilijkt door Duitse scherpschutters.
4. Gesneuvelde militairen op Ruisseau Farm Cemetry
BABINGTON, Ralph, Vivian, (1898 – 1917)
Tweede Luitenant – 3de Bn. Coldstream Guards – 9.10.17 K.I.A. (graf C 45)
Ralph werd geboren in oktober 1898 in Marylebone, London, als jongste kind van Charles Babington en Grace Treymane (Babington) of Croan in een zeer adellijke familie (afkomstig van de familie Treymane uit Cornwall). Hij had nog vier andere broers John, Philip, Gervace en Hugh.
In april 1914 kwam Ralph als student naar het Eton College, tot op heden één van de vermaardste
public schools van Engeland nabij Windsor. Het vraagt veel collegegeld en is als dusdanig een school van de edelen. Ralph verbleef er in het huis van V. Le Neve Foster, maar nog voor zijn normale termijn van 5 jaar studies trok hij na Pasen 1916 naar Sandhurst voor het Royal Military College waar hij na zijn militaire opleiding werd toegewezen aan het 3de bataljon Coldstream Guards. In mei 1917 kwam hij in Frankrijk als militair. Op 9 oktober leidde hij als 2de luitenant een peloton naar de startposities. Op één van de kruispunten tussen Bikschote en Langemark (Kortekeer?) werd hij door een granaat dicht bij hem onmiddellijk gedood. Hij was 19 jaar en werd postuum met het “Military Cross” onderscheiden.
De strafste van zijn broers werd Air Marshal Sir John Babington (1891 – 1979), die zowel de Royal Navy als de Royal Air Force uitmuntende diensten verstrekte en de titel “Air Officer Commanding-in-Chief of Technical Training Command” droeg. Later veranderde hij zijn naam in John Tremayne (naar zijn moeder) en met pensioen werd hij High Sheriff of Cornwall en familiehoofd van de Treymanes. Ook Air Marshal Sir Philip Babington (1894 – 1965) was militair in beide wereldoorlogen. In het Royal Flying Corps staat hij bekend om als eerste op 21 november 1914 een langeafstandsbombardement uit te voeren op de loodsen van de Zeppelins in Friedrichshafen. Hij nam als militair deel aan beide wereldoorlogen en ontving de titel “Air Officer Commanding-in-Chief of Flying Training Command”. Gervace (North Somerset Yeomanry) bediende een machinegeweer bij de slag van Loos toen hij op 1 oktober zwaar gewond werd. Hij verloor daarbij een been. Zijn jongste broer Hugh vervoegde de Royal Navy en stierf thuis als gevolg van hersenvliesontsteking na schade opgelopen te hebben in een onderzeeboot in Wit-Rusland op 27 november 1919.
TOWNSON Arthur (1896 – 1917)
Lance-Corporal – 14th Bn Worcestershire Regiment – 9.10.17 Died of wounds – Grave C39
Arthur was de zoon van William en Mary Elizabeth Tattersail (Townson). William was geboren in Rimington, Yorkshire. Mary kwam van Chatburn in Lancashire. Arthur werd geboren in Rimington (Yorkshire). Hij maakte deel uit van het 14de Bn. Worcestershire Regiment. Zij waren een Pionierbataljon van de 63ste Royal Navy Division.
5. Een uitsmijter…
Op Ruisseau Farm liggen 24 gesneuvelden van de Guards begraven. Zes van hen kwamen om tussen 8 en 10 oktober. In hun gevechtszone bereikten ze alle objectieven. Het aantal gesneuvelde Guards was echter hoog: 379 van hun militairen kwamen om in die gevechten. Per bataljon werden de voornaamste doden geteld bij de 1st Bn. Coldstream (30), 2nd Bn. Coldstream (50), 3rd Bn. Coldstream (47), 2nd Bn. Grenadier (50), 3nd Bn. Grenadier (22), 1st Bn. Irish (76), 2nd Bn. Irish (27) en 1st Bn. Scots (40).
Op de gevechtsstrook van de 29ste divisie bereikten ze drie van de vier objectieven. Daar sneuvelden of waren er 279 dodelijk gewonde militairen tussen 8 en 10 oktober. In de vierde en elfde divisie waren dat 271 en 330 slachtoffers, met een minimale vooruitgang. Balans alleen al om de strijd om het grondgebied van Langemark-Poelkapelle: tenminste 1259 doden in drie dagen!
In de militaire geschiedenis wordt deze verschrikking van 8-10 oktober “de Slag van Poelkapelle” genoemd, naar de locatie waar de meeste vooruitgang opgetekend werd. Dodenaantallen deden er niet echt toe. De gehaktmolen ging onverminderd door…
9 oktober 1917 – gevechtszones van de Guards links aansluitend bij het Franse leger, de 29ste divisie links en rechts van de spoorweg, de 4de divisie en de 11de divisie bij Poelkapelle met hun bereikte objectieven. Na de 11de divisie volgt de 49ste divisie en de Anzaceenheden.
Bronnen:
- Narrative of operations of Guards Division, 8 Octobre 1917 – War Diary WO95/1193 – Guards Divisions Headquarters, Branches and Services General Staff 01/01/1917-31/12/17(15 blz.)
- Narrative of operations of 3rd Guards Brigade in the attacks of 9th and 12th October – War Diary WO95/1223
- The Coldstream Guards 1914-1918, documentatiecentrum Canepeel (21 blz.)
- History of the Guards Division in the Great War 15-18 by Cuthbert Headlam, DSO, London (37 blz.)
- Guards Division Medical Report (secret) 5 to 17th 1917 (6 blz.) – War Diary Guards Division WO95/1201
- 1st Bn. Irish Guards – Narrative account of operations 8-11octobre 1917 – War Diary WO95/1220 (3 blz.)
- Telling per divisie voor tijdelijke zomertentoonstelling Derde Slag om Ieper in Kenniscentrum Ieper, Dries Chaerle
- War diary 14th Bn. Worcestershire Regiment, WO95/3105
Gepubliceerd op WO1.be op 22/04/2020.