(En enkele minder luxueuze elders in Boezinge …)
(Wat volgt is een lichte aanpassing van het artikel verschenen in De Boezingenaar, jg. 32, nr. 1 (jan.-febr. 2005), pp. 21-24).)
Op de kaft van het hierboven vermelde nummer van De Boezingenaar staat de eerste van bovenstaande twee foto's. Die laten we hier meteen volgen door een opname van de plaats zoals die er nu uitziet.
Volgens de tekst op de prentkaart zien we : Zuydschoote - Entrée de Lizerne - Ingang van Lizerne. Meer gegevens hebben we niet. De kaart was ook niet beschreven en afgestempeld, waardoor we dus ook niet weten van (of vóór) welk jaar de foto zou kunnen dateren. Uiteraard kunnen we wel raden dat het zicht moet dateren van nà W.O. I: noodbarakken om de plaatselijke bevolking die terugkeerde uit den vreemde een onderkomen te geven.
We zien twee barakken, met nog een tweetal daken van andere soortgelijke (?) barakken in de achtergrond. Tussen de twee in staan een viertal kleinere hokjes, die blijkbaar dubbel zijn. Boven de deur is er een verluchtingsopening. Zouden dat misschien … ? 'Buiten' was in die tijd - zonder doorspoeling dus - inderdaad een stuk hygiënischer. (Of waren ze voor de werklui bestemd?) Het rechtse gebouw is nog in opbouw. Drie werklieden zitten op het dak en zullen waarschijnlijk straks aan de bedekking beginnen : platen zoals die al aangebracht zijn op de linkse barak.
Waar stonden die barakken ? Te oordelen naar de richting van de zon denken we dat dat was op de rechterkant vóór men, komende van Boezinge, het kruispunt bereikt. En voor alle duidelijkheid zetten we er een fotootje bij van de toestand nu. Als het verkeerd is, dan willen we dat graag horen. En we zijn natuurlijk ook geïnteresseerd of er nog meer informatie is over die barakken. Stonden er nog veel meer ? Wanneer precies werden ze gebouwd ? Tot hoelang zijn ze er blijven staan ? Zijn er nog andere foto's van?
En we maken van de gelegenheid gebruik om nog wat meer foto's te publiceren van Boezingse noodwoningen van kort na W.O. I . Al zijn de volgende wel een heel stuk minder luxueus en minder comfortabel dan de Lizernse. Laatstgenoemde zijn dan ook wel van iets latere datum dan de volgende 5.
Deze opname toont heel primitieve barakken, opgericht door de eerste teruggekeerden (vanaf 1919). Ze bevonden zich in de Kleine Poezelstraat, tussen de vroegere spoorlijn (vanwaar de foto genomen is, nu fietspad) en de Britse begraafplaats
Artillery Wood Cemetery (achtergrond). Nog verder in de achtergrond de eerste heropgebouwde huizen in de Molenstraat.
Ook deze foto is genomen aan Het Verzet (de wijk aan het kruispunt (Kleine) Poezelstraat - Langemarkseweg, het huidige Bretoens monument, of vlakbij, in 1920. Clemence Bourdeau - Dewilde (bijgenaamd "Kadyze") poseert in de deuropening van haar buitenverblijf, opgetrokken uit oorlogsrommel en puin aangetroffen in de wildernis die Boezinge toen was.
Een "woning" in de kanaalberm tussen Diksmuidseweg en kanaal, tussen Lakebos en de John McCrae-site (of Essex Farm Cemetery). Pastoor Vanneste (in de deuropening) is op bezoek bij een van zijn parochianen. De vrouw draagt waarschijnlijk een baby op de arm. Op de voorgrond de Ieperlee. Deze woning is nu verdwenen, maar ze stond vlak naast …
… vlak naast deze woning.
En die is er nu nog altijd. Kijk maar even naar rechts bij het voorbijkomen (richting Boezinge), na de John McCrae-site gepasseerd te zijn. Al staat alleen de voorgevel en achterkant er nog. Niet echt een noodwoning, wel een schuilplaats aangelegd door Britse troepen tijdens de oorlog.
En blijkbaar was er voor de bewoonsters nog wat vrijetijdsbesteding : 'spellewerken' (kantklossen). Al zal het wel voor een schamel extra inkomen geweest zijn. Let ook even op het witte gebruiksvoorwerp links van de zittende vrouw, en op het hokje even verder (zonder doorspoeling ?). En ook op de betonconstructie die uiterst links te zien is. Dat is een hoofdkwartier van de Royal Engineers. Misschien de moeite om eens tot daar te gaan (via de
John McCrae-site). Het opschrift Royal Engineers Field Company - Orderly room is overigens nog altijd duidelijk leesbaar !
Aurel Sercu