MAISON DU PASSEUR VOORPOST 1914-1918
Niet ver van de naamsteen ‘Maison du Passeur’ staat het gedenkteken van de gebroeders Van Raemdonck. Beide gedenktekens staan er als ‘Stille Getuigen’ aan de waterkant.
J. Blasse vertelt in zijn dagboek ‘Souvenirs d'un Fantassin’ dat hij overgeplaatst wordt naar de sector Steenstrate, niet ver van ‘Maison du Passeur’. Na het leven tussen de zandzakjes van Ramskapelle en Diksmuide is deze sector een verademing.
Het landschap is vrij ongeschonden. In de 1ste linies zijn er vele bloemen- en groentetuintjes aangelegd. De verschillende linies dragen hier bloemennamen of namen van steden.
Maar het leven aan de rechterkant bij de voorpost ‘Maison du Passeur’ is heel anders. Regelmatig worden de soldaten opgeschrikt door zware bombardementen.
De Belgische legerleiding geeft de post niet op, omdat hij zó dicht bij de vijandelijke linies gelegen is en er van daaruit gemakkelijk verkenningstochten kunnen ondernomen worden.
‘Maison du Passeur’ is de naam die de Fransen tijdens de oorlog aan de herberg ‘Het Witte Huis’ geven. Hij staat op de linkeroever van de iets meer naar het westen gelegen vroegere Ieperlee. Het kanaal ligt iets verder. Zoals vele herbergen aan de IJzer en het kanaal, heeft ook deze een eigen veerdienst. Het gebied tussen Ieperlee en het kanaal evenals de rechteroever van het kanaal is reeds overstroomd.
De herberg en de directe omgeving vallen in Duitse handen na de ‘Slag aan de IJzer’ van oktober 1914. Er wordt een loopgravennet aangelegd en de herberg wordt versterkt. Op 28 november wordt hij totaal verwoest en het gebied wordt nu door de Fransen gecontroleerd.
Vanaf maart 1915 gaat de verdediging van het kanaal van Drie Grachten tot Steenstrate over in Belgische handen, maar daarmee is de strijd nog niet ten einde.
Voor ‘Maison du Passeur’ wordt een brug over het kanaal Ieper-IJzer gelegd en versterkt tot een redan, een soort bruggenhoofd. Dit is meermaals een doelwit in de zware gevechten bij Steenstrate van april 1915, waar de Duitsers o.m. een gasaanval uitvoeren.
Uit ‘Le tiroir aux souvenirs’ vernemen we dat de Duitse voorpost op 400 m ten noorden van de herberg op de kanaaloever opgesteld staat.
Nadat de Belgen reeds tweemaal de Duitse post overvallen hebben en er krijgsgevangenen maken, wordt één grote, stevige bunker gebouwd, beschermd door een dubbele prikkeldraadversperring.
Op 16 oktober 1916 vallen de Belgen weer aan. Hun grote vertrouwdheid met het terrein en een goede artillerieondersteuning maakt het hen mogelijk om snel door te stoten, zodat de verraste Duitsers zich overgeven. De bunker wordt gedynamiteerd en enkele dagen later wordt de post volledig verlaten.
De rust zal pas echt weerkeren na de derde Slag om Ieper (30 juli-6 november 1917). Op 11 november neemt het Belgische leger de sector Merkem over. Net zoals Drie Grachten en Luigem ligt ‘Maison du Passeur’ nu ver genoeg af van de zware gevechten, die in 1918 nog zullen plaatsgrijpen.
(Bron: Catalogus ‘Naamstenen 1914-1918’, Provincie West-Vlaanderen 1988)