Kemmel was getuige van zware gevechten waaraan Franse en Britse troepen deelnamen in de tweede helft van april 1918. Van 26 april tot eind augustus was het in Duitse handen. De oorsprong van de begraafplaats is niet bekend. Ze werd kort na de oorlog ontdekt door de Franse dienst voor oorlogsgraven.
Achteraan lagen Duitse graven, langs de straatkant lagen Britse en Franse graven. De Franse graven werden verwijderd, de stoffelijke overschotten werden overgebracht naar het ossuarium aan de voet van de Kemmelberg en naar de Franse militaire begraafplaats de Potyze in Ieper. Er werden andere Britse graven overgebracht vanop het Ieperse slagveld en vanuit enkele kleinere begraafplaatsen. Er werden ook nog Duitse stoffelijke resten bijgezet die door de Belgische dienst voor oorlogsgraven werden ontdekt. Er worden nu 296 Commonwealthdoden herdacht waarvan er 250 niet-geïdentificeerden zijn. Er liggen ook 94 militairen van een andere nationaliteit. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 3923 m² en is gedeeltelijk door een lage stenen muur afgesloten.
De volgende begraafplaatsen werden naar hier overgebracht:
- BECELAERE CHURCHYARD (Beselare) bevatte 2 Britse graven van militairen gestorven in oktober 1914
- BEERST GERMAN CEMETERY (Beerst) bevatte het graf van een officier van de Royal Air Force, omgekomen in september 1918.
Bijzettingen (Commonwealth War Graves Commission):
- Verenigd Koninkrijk: 278
- Canada: 3
- Australië: 12
- Nieuw-Zeeland: 3
- Totaal Commonwealth: 296
- Andere nationaliteiten: 94