06 May 2014
- Ieper
- Bron: Westtoer
Het Kenniscentrum van het provinciebedrijf Westtoer berekende dat het aantal WOI-bezoekers in de Westhoek in 2013 een peil bereikte van 415 500 bezoekers, een toename met 16% tegenover het vorige jaar. 56% van de bezoekers komt uit het buitenland. De Britten zijn sterk vertegenwoordigd (37%). Voor hen maken veel Westhoeksites deel uit van hun eigen erfgoed. De Britse scholen zijn regelmatige bezoekers en zijn goed voor 24% van alle bezoekers. Bij de Belgen gaat het hoofdzakelijk om Vlamingen en bijna 60% om individuele bezoekers. De groei doet zich voor bij de Belgen en in een iets sterkere mate bij de buitenlanders. Hierdoor internationaliseert het Wereldoorlog I-toerisme zich verder in de aanloop van de herdenkingsjaren.
De forse groei in belangstelling voor de Wereldoorlog I-sites heeft te maken met de sterk toegenomen interesse in de geschiedenis van Wereldoorlog I. Daar zijn de vele documentaires en boeken rond het thema van Wereldoorlog I die reeds in 2013 verschenen in binnen- en buitenland niet vreemd aan. Ook het openstellen van diverse vernieuwde sites heeft gezorgd voor de stijgende belangstelling.
38% van de Wereldoorlog I-bezoekers overnacht in de Westhoek, meestal voor een kort verblijf van gemiddeld 2,3 nachten. 39% maakt een daguitstap vanuit de woonplaats en 23% vanuit een andere vakantieplaats.
Bezoek van meerdere sites
Gemiddeld worden 6,1 Wereldoorlog I-sites per persoon per verblijf in de Westhoek bezocht, iets meer dan in 2006 met 5,4 sites. Dit hoge aantal sites heeft te maken met een sterke concentratie van diverse sites in Ieper.
De meest bezochte sites zijn: Tyne Cot Cemetery, de Menenpoort en het In Flanders Fields Museum. Daarnaast bezoeken de Belgen meer de Dodengang en de IJzertoren in Diksmuide en gaan de Britten naast de drie belangrijkste sites meer naar de Duitse begraafplaats in Langemark, Essex Farm Cemetery en het Canadian Memorial Sint Juliaan. De Britten en de Commonwealth-bezoekers combineren vaak de Westhoek met sites in het noorden van Frankrijk, vooral Thiepval, Beaumont-Hamel en Vimy.
Meer dan de helft van de bezoekers is ouder dan 50 jaar met een sterke vertegenwoordiging van medioren (50-65 jarigen). De Britten en de Nederlanders zijn iets ouder dan de Belgen die ook iets meer met kinderen de Wereldoorlog I-sites bezoeken.
Intentie tot herhaalbezoek
Bezoekers van de Wereldoorlog I-sites in de Westhoek zijn voor iets meer dan 40% uiterst tevreden. De Britten en andere Commonwealth-bezoekers zijn zelfs voor 60% uiterst tevreden. Bezoekers hebben de intentie om tijdens de herdenking nog een bezoek te plannen aan een of meerdere sites in de Westhoek. Dit getuigt van een hoge tevredenheid en van het gevoel dat er nog veel meer te zien is: 40% van de individuele Wereldoorlog I-bezoekers in 2013 is zeker van plan om nog terug te komen. Deze intentie ligt nog hoger bij de schoolbegeleiders en groepsbegeleiders die met een andere groep willen terugkomen tijdens de herdenkingsjaren.
Franky De Block, voorzitter van Westtoer, benadrukt: "86% van alle bezoekers apprecieert heel sterk het respect betoond door de regio voor het Werelddoorlog I-erfgoed. 71% vindt dat de regio een gepaste boodschap over belang van vrede uitstuurt. De omkadering van de individuele sites in een ruimer netwerk aan Wereldoorlog I-sites wordt echter als iets minder aangevoeld. Ook de bewegwijzering naar de sites kan nog beter".
De Wereldoorlog I-toeristen van buiten de Westhoek brengen ook inkomsten mee voor de Westhoekbewoners. In totaal wordt de toeristische omzet van de Wereldoorlog I-bezoekers in de Westhoek geraamd op 39,7 miljoen euro. Dit is een flink stuk hoger dan de bestedingen in 2006 die toen op 31,2 miljoen werden geraamd.
Klik hier voor de detailcijfers.