18 September 2000
- Poperinge
- Bron: Het Nieuwsblad
In 2003 zal het Talbot House er compleet anders uitzien. De hoofdingang ligt dan in de Pottestraat en de bezoeker ontdekt eerst het gerestaureerde hopmagazijn met de vroegere concert hall naast het huidige pand. Een permanente tentoonstelling belicht het leven van de soldaat achter het front. Daarna komt de bezoeker via de tuin in het Slessorium voor een audiovisuele presentatie. Het bezoek doet dan ,,the old house'' aan en eindigt met een 3D-presentatie in de concert hall.
De vzw Talbot House kocht in oktober 1996 het oude hopmagazijn in de Pottestraat om er het verhaal van het leven achter het front tijdens de Eerste Wereldoorlog te vertellen én de toenemende toeristische druk op ,,the old house'' op te vangen.
Tijdens WOI palmden soldaten dat magazijn in en maakten er een ruimte voor debatten, vieringen, toneel en zang van, de concert hall. Wegens zijn historische en industrieel-archeologische waarde werd het gebouw op 23 november 1998 als monument geklasseerd.
De vzw liet de Ieperse architecten Wilfried en Stefan Feliers een ontwerp maken. De werken omvatten ondergronds de restauratie van de werkplaats van de huidenvetter, op het gelijkvloers de creatie van een centrale toegang, een tentoonstellingsruimte, vestiaire, sanitair blok en museumshop. Op de eerste verdieping komt de restauratie van de hopast en de eigenlijke concert hall (tot een polyvalente ruimte met podium), een kitchenette en foyer en op de tweede verdieping wordt de tweede hopast gerestaureerd tot archief en een werkruimte voor klassen en gebruikers van het documentatiecentrum.
Tegen dat gebouw aan komt er in de tuin een moderne constructie in glas, een soort trappenhal en lift die ook toegang geeft tot de voormalige zadelmakerij.
,,We moesten verscheidene harde noten kraken. Zo verhuist de centrale toegang naar de Pottestraat, geen evidentie voor wie al die tijd de openzwaaiende deur in de Gasthuisstraat kende. De constructie in de tuin oogt zeer modern, maar is noodzakelijk: anders nemen de trappen en de lift in het gebouw teveel plaats in'', aldus secretaris Jan Louagie. Enkel (hotel)gasten kunnen nog via de Gasthuisstraat het Talbot House binnen.
Investeringen
Het Britse bureau Events Communication - bekend van het In Flanders Fields Museum in Ieper - maakte al een voorstudie voor de permanente expo. Het is de bedoeling via een eerder tumultueuze opstelling tal van indrukken op de bezoeker te laten afkomen, een perfecte illustratie van de chaos in '17 en '18 in Poperinge. Het gunstigste tijdsplan voorziet de start van de bouwwerken in april 2002 en het einde in maart 2003. Pas dan start de inrichting van de ruimte. Om het museum te loodsen naar een regionale erkenning plant Talbot House vanaf december de aanwerving van een project-medewerker.
Ondanks die grootse plannen investeert Talbot House ook in het behoud van het bestaande patrimonium: het hele elektriciteitsnet is vernieuwd, de dakgoten van het Slessorium zijn geschilderd, deze winter wordt de buitenschoorsteen hersteld, de brandbeveiliging wordt aangepast en volgend jaar komen er nieuwe bedden.
In 1999 bezochten 18.745 mensen Talbot House (-444 t.o.v. 1998 met 80 jaar wapenstilstand) waaronder 47 procent Britten en 46 procent Belgen (en 1.272 gasten, goed voor 3.977 overnachtingen). Tot eind augustus kwamen dit jaar al 15.795 personen langs. (BWP)
A haven in Hell
Paul Chapman heeft een speciale band met Poperinge: hij is al jaren lid van de vzw Talbot House, zijn grootvader werkte voor de War Graves Commission en zijn grootmoeder werd geboren en leefde in Poperinge. Chapman bezocht ontelbare keren de frontstreek vanuit Talbot House. De Brit versterkte die band nog door een boek over Talbot House te schrijven. ,,A haven in Hell'' telt dertien hoofdstukken met een biografie van Tubby Clayton, een geschiedenis van Poperinge en het Talbot House, een rondleiding door het huis, Toc H en de pelgrimstochten naar Talbot House. Het boek is uitgegeven in de reeks ,,Cameos of The Wes