De Goumier Farm Bunker in de Briekestraat te Boezinge
(Volgend artikel werd ontleend aan De Boezingenaar, Tweemaandelijks Tijdschrift over Boezinge en Zuidschote Toen en Nu, 32ste jg., nr. 5, sept. 2005)
Qua volume is de Boezingse bunker die het meest "gewicht" in de schaal legt zeker die in de Slaaktestraat, noordelijk, tussen Boezinge en Bikschote. Daarover hebben we het al gehad in een ander recent artikel. (Klik hier.) Maar elders aan de rand van Boezinge, oostelijk, staat een exemplaar dat beslist niet veel moet onderdoen, en historisch misschien wel wat meer van tel is: de Goumier Farm bunker in de Briekestraat.
Boezinge, en toch ook niet
Eigenlijk mogen de Boezingenaars het betonnen gevaarte niet echt opeisen als Boezings bezit. Akkoord, hij staat (nu) wel op Boezings grondgebied, maar dan pas sinds 1971. Niet dat de Boezingenaars hem verplaatst hebben - hoe dat zou moeten gebeuren is ons overigens een raadsel -, maar het is pas door de Boezingse grenscorrectie van 1971, n.a.v. de kleine fusie dus, toen bij die gelegenheid ook Zuidschote onder onze Boezingse hoede kwam, dat de Goumier Farm bunker in Boezingse grond wortelt. Daarom hebben we op bijgaand kaartje in die (zuid)oosthoek van Boezinge de dorpsgrens vóór en na 1971 aangeduid. (We denken dat vóór de grenscorrectie de bunker z'n voeten in een uitloper van de St.-Janse grond had.)
De constructie is niet makkelijk om vinden. Tenzij men deze weg volgt. (Zie kaartje) Komende van Ieper, Pilkem, of Boezinge zelf, aan de Vijfwegen (kruispunt Moortelweg - Pilkemseweg) oostwaarts, maar aan de onmiddellijk volgende splitsing zeker niét de Moortelweg verder volgen richting Moorteltje, maar wél rechtdoor de Vanheulestraat in. Die eerder bochtige straat verder volgen. En voor je het weet krijgt die Vanheulestraat opeens de naam van de straat die van rechts komt, de Briekestraat. En juist voorbij de boerderij met huisnummer 59, en in een bocht, zie je hem, op een 50-tal meter van de weg. Mocht je onderweg opeens een bord 'Langemark' zien staan, dan heb je ernaast gekeken, en ben je een 300-tal meter te ver.
Kaartje met de ligging van de Goumier Farm bunker aan de oostrand van Boezinge, met aanduiding van de dorpsgrens vóór en ná 1971. Voor de scheidingslijn tussen de 38ste en de 51ste Divisie, zie verder in dit artikel.
Er is een probleempje met de juiste naam.
Goumier of
Gournier? In sommige bronnen en op de meeste loopgravenkaarten is de lokatie aangeduid met
Gournier Farm (met
r +
n dus). Wij zijn ervan overtuigd dat de spelling
Gournier een verkeerde lezing van het juiste
Goumier is. Een
Goumier is inderdaad een cavalerist van een goum, een (Noord-Afrikaanse) verkenningspatrouille. De naam
Goumier Farm verwijst dus waarschijnlijk naar de periode in de oorlog dat de Fransen daar nog lagen, d.i. vóór 22 april 1915 (Tweede Slag van Ieper). Nog even vermelden dat deze boerderij door de Duitsers
Candit Troere Hof genoemd werd. (Een naam die qua betekenis en herkomst een raadsel blijkt.)
Duits en een beetje Brits
De Goumier Farm bunker is relatief goed bewaard. Jammer genoeg hebben we geen afmetingen. Hij bestaat uit twee delen : de hoofdconstructie, d.i. het oorspronkelijke Duitse deel (zie foto 1), en dan de latere (na 31 juli 1917) Britse bijbouw, een tweedelige beschermingsmuur die later toegevoegd werd aan de noordoostkant. (Foto's 2 en 3)
Deze bunker werd dus niet echt "gekeerd" in de gewone zin.. D.w.z. het is niet zo dat de Britten de aanvankelijke Duitse voorkant (frontkant, zuidwestelijk gericht) en de aanvankelijke achterkant (toegangskant, noordoostelijke zijde, naar Langemark gericht), gewisseld hebben. De Britse Royal Engineers (genietroepen) hebben vóór de Duitse toegangskant een dubbel stuk muur gebouwd, om die te beschermen dus tegen de Duitse artilleriebeschietingen van tijdens of na de Derde Slag om Ieper.
Foto 1 - Zuidwestzijde (met de ladder) en zuidoostzijde.
Foto 2 - Noordoostzijde, met de Britse tweedelige bijbouw.
Foto 3 - De Britse bijbouw van wat dichterbij. Van een lichtere kleur, en gegoten tegen golfplaten. Met de jaren is deze bijbouw duidelijk scheefgezakt.
Deze Britse bijbouw bestaat uit 2 delen, aan de noordoostkant, gericht naar Langemark (dus wat voor de Duitsers de achterkant was, en later voor de Britten de voorkant). Dat deze bijbouw van een andere (latere) datum is, is te zien aan de andere (en lichtere) kleur van het beton. Dit Britse beton is duidelijk te zien tegen golfplaten gegoten geweest, niet met bekisting. De twee delen zijn met de jaren ook duidelijk scheefgezakt.
Het onregelmatige betonoppervlak aan de buitenkant van deze bunker draagt duidelijk de sporen van (geallieerde) beschietingen. Hier en daar zijn ook nog indrukken van zandzakjes te zien. Binnenin werd het beton duidelijk tegen een houten bekisting gegoten. Binnenin bestaat de bunker uit 2 ruimtes en 1 gang (foto's 4, 5 en 6), met een toegang aan de zuidoostkant en de noordoostkant. De ruimtes worden ondersteund door pilaren en balken. Er zijn diverse openingen, kleinere en grotere (toegangen), aan de zuidoostzijde, de noordwestzijde, en de zuidwestzijde. Boven de laatste toegang is nu een herdenkingsplaat aangebracht. (Zie verder)
Foto's 4 en 5 - Twee opnames van beide ruimtes in de oorspronkelijke Duitse bunker. De rol prikkeldraad is natuurlijk naoorlogs.
De gang tussen de twee ruimtes.
Van de geschiedenis van de Goumier Farm bunker weten we iets meer dan van de
Zieglerbunker. We hebben vroeger al gezegd dat het gebied ten oosten van Boezinge (Pilkem), maar ook elders in de boog rond Ieper, werkelijk bezaaid bleek met pill-boxes, taaie bunker(tje)s waarop de Geallieerde troepen zich vaak (bijna) de tanden stukbeten. Ook omdat ze niet of nauwelijks op de hoogte waren van het bestaan ervan. (Enkele van die pill-boxes zijn nog te zien op de begraafplaats van
Tyne Cot Cemetery zelf.) Het waren die pill-boxes, met hun machinegeweren, die de opmars van de Fransen en Britten op 31 juli 1917 (Slag van Pilkem Ridge, eerste dag van de Derde Slag om Ieper) vertraagden. Ook om de bunker van Goumier Farm werd zwaar gevochten.
Herdenkingsplaat
Op de bunker is een herdenkingsplaat aangebracht.
In Memory of Comrades of 38th (Welch) Division 1914-18.
Eigenlijk vormt die herdenkingsplaat een probleem. Een dubbel zelf. Wie heeft ze geplaatst ? Er wordt beweerd dat het de plaatselijke landbouwer is die ze daar geplaatst heeft. Maar gegevens daarover zijn er niet. Dat deze plaatstelijke landbouwer (wie ?) ze er bevestigd heeft, zou dan verklaren waarom ze eigenlijk fout is. Want inderdaad, de bunker staat bijna 600 meter in het gebied waar de
51st Divisie op 31 juli 1917, Slag van Pilkem Ridge, vooruittrok, richting Steenbeek en Langemark, en niet de
38ste (Welsh) Division. Want die schoof links ervan vooruit. (De scheidingslijn tussen beide divisies hebben we aangebracht op het kaartje bij het begin van het artikel.)
Maar toch is er misschien een verklaring voor het feit dat het de 38ste en niet de 51ste Divisie is die herdacht wordt op de bunker. Toen de 38th Welsh Division ten aanval trok, was er nogal wat Duitse weerstand vanuit
Rudolph Farm, 800 m ten noorden van de bunker (zie kaartje). Ook die boerderij lag echter in het gebied waar de 51st Division ten aanval trok, zij het dicht bij de scheidingslijn. Maar eenheden van die 51st Division konden blijkbaar alleen de klus niet klaren. En dus stuurde hun linkerbuur, de 38th Welsh Division, een peloton ernaartoe (van het 15th Bataljon Welsh Regiment) om Rudoph Farm te helpen innemen.
Hebben deze Welshmen zich ook gemoeid met Duitse weerstand vanuit Goumier Farm ? Mogelijk. En indien niet, werden deze en andere Welshmen later dan misschien "per vergissing" herdacht op een bunker bij een boerderij waar niet zij, maar een andere eenheid (meer bepaald Schotten, van de 51st Division) gestreden hadden ? Of maakte het voor de naoorlogse herdenkers niet zoveel verschil uit ? (Het was tenslotte langs dezelfde weg.) Misschien leek deze solide constructie voor hen gewoon een stevige en duurzame plaats om de herdenkingsplaat aan op te hangen…
Schots bataljon
Over de verovering van Goumier Farm en de bijhorende bunker hebben we ook enkele gegevens gevonden in Britse regimentsgeschiedenissen. Het bataljon dat die klus moest klaren was het 6th Batallion Black Watch. Hun regimentsgeschedenis vertelt:
"Voor de verovering van de
black line [d.i. in de nabijheid waarvan Goumier Farm en de bunker lagen] kwam er voor dit bataljon heel wat vechten aan te pas. Dit 6de bataljon leed het meest verliezen: 9 officieren en 292 soldaten [d.i. doden en gewonden]. Het had het al zwaar te verduren gehad door Duitse beschietingen in het half uur vóór het begin van de Slag [3.50 u. in de vroege morgen] en ook even later toen ze lagen te wachten op het vooruitschuiven van de Britse barrage. Want ze werden toen bestookt door Duits machinegeweer vanuit Goumier Farm. Toen de Britse artilleriebarrage ophield, stormde een peloton van het 6th Black Watch af op deze boerderij. Ze elimineerden deze Duitse post door van obusput naar obusput te kruipen en in de flank aan te vallen. Daarbij overmeesterden ze twee machinegeweren en maakten 20 Duitsers krijgsgevangen. Tegen 6.40 u. was dit gebeurd."
Misschien is dit fragment nuttig voor wie even in de buurt van de bunker komt. Niet alleen een constructie om naar te kijken, maar ook om zich bij af te vragen : wie waren de mannen die hier verbleven, Duitsers zowel als Britten, en wat waren hun grote en kleine drama's ?… Wie waren zij die hier in de onmiddellijke omgeving, vooral op 31 juli 1917, hun leven gelaten hebben, en op een van de begraafplaatsen in de Ieperse Salient hun laatste rustplaats gekregen hebben ? Onder een naamgraf, of naamloos als
A Soldier of the Great War - Known unto God ...
Aurel Sercu
Met dank aan Hannelore Decoodt voor het bezorgen van een deel van de informatie (bunkerbeschrijving).