De 'Enclosures' (oorspronkelijk waren er vier, nu nog drie) bevinden zich onmiddellijk ten noordwesten van het dorp. Oorspronkelijk waren het groepen graven per regiment van in het prille begin van de oorlog totdat het dorp na hevige gevechten door de Duitsers werd veroverd op 29 april 1918. Voormezeele Enclosure N°. 3 was de grootste van deze begraafplaatsen. De Princess Patricia's Canadian Light Infantry begon met de aanleg ervan in februari 1915. Hun graven liggen in Plot III, de andere plots (I tot IX) zijn het werk van andere eenheden en tellen ook nog enkele graven uit oktober 1918. Plots XIII tot en met XVI werden na de oorlog aangelegd door de concentratie van verspreide graven en de ontruiming van kleinere begraafplaatsen. De Franse graven van april en september 1918 werden overgebracht naar een Franse begraafplaats. Bij de verspreide graven behoorden er heel wat van gesneuvelden van het 15th Hants en andere eenheden die dit terrein heroverden in september 1918.
Er worden nu 1612 Commonwealthdoden en 1 van een andere nationaliteit herdacht. Ongeveer 600 zijn niet-geïdentificeerd. 'Special memorials' werden opgericht voor 12 militairen uit het Verenigd Koninkrijk en 3 uit Australië "Known/Believed to be buried in this cemetery". 5 andere 'special memorials' dragen de namen van militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven waren in Pheasant Wood Cemetery maar van wie het graf niet meer werd teruggevonden ten tijde van de ontruiming van deze begraafplaats. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 5745 m² en is door een stenen muur omgeven.
Bijzettingen (Commonwealth War Graves Commission):
- Verenigd Koninkrijk: 1497
- Canada: 100
- Australië: 11
- Nieuw-Zeeland: 2
- Zuid-Afrika: 1
- Niet-identificeerbaar: 1
- Totaal Commonwealth: 1612
- Andere nationaliteiten: 1