De eeuwige bommenvelden van België Door Serge Sekhuis Tachtig jaar na dato torst België nog altijd met een explosieve erfenis van de Eerste Wereldoorlog. Elk jaar worden op akkers en in woonwijken nog duizenden nooit ontplofte granaten gevonden. Decennialang werden deze blindgangers in zee gedumpt. Sinds vorig jaar worden ze in Poelkapelle onschadelijk gemaakt in een installatie die uniek is voor Europa.
De kleine witte vrachtwagen hobbelt over de smalle weggetjes richting de nieuwbouwwijk van het dorp Passendale. Hoewel, nieuwbouw is hier een betrekkelijk begrip.
Het is nu moeilijk te geloven, maar Passendale werd in oktober 1917, in een van de zwaarste slagen van de Eerste Wereldoorlog, afwisselend door Britse en Duitse granaten totaal met de grond gelijk gemaakt. Alleen al tijdens voorbereidende beschietingen woelden ruim vier miljoen granaten hier de grond volledig om. Heel wat van die granaten gingen nooit af en eindigden als blindgangers, diep in de West-Vlaamse klei. Daar worden ze nu nog steeds gevonden, door landbouwers die hun grond omploegen en brave burgers die zich dood schrikken. Daarom rijdt er vanuit de ontmantelingsinstallatie van DOVO, de Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen, in Poelkapelle dagelijks een vrachtwagen met twee mijnenexperts door de Westhoek om gevonden granaten op te halen. 's Zomers gaan dagelijks soms zelfs drie patrouilles op weg. We stoppen bij een huis in aanbouw. Sergeant-majoor Dirk van Parijs en zijn collega Johan Pauwls, korporaal-chef, benen door de drassige kleigrond naar het eind van het perceel. Daar, uitgegraven in de modder, ligt een voor leken vrij kleine, ongevaarlijke granaat. Zo'n veertig centimeter lang en totaal verroest, maar met een nog duidelijk zichtbare witte kop. "Een gifgasgranaat', mompelt Van Parijs. Behoedzaam, doch zonder vrees en opvallend genoeg ook zonder enige beschermende kledij, pakt hij de blindganger op en sjouwt het projectiel richting achterbak van de vrachtwagen. Daar wordt het in een houten krat gelegd, waarin voor de veiligheid een bed van zand is gespreid. "Als je de granaat maar in de goede richting legt, zorgt dat-ie niet gaat rollen, kan er eigenlijk niets gebeuren', stelt Van Parijs ons gerust. Al was dit wel een erg gevaarlijk exemplaar. Een klein lek en we waren er allemaal geweest. Bang is hij niet. "Er is in al die jaren nog nooit iets gebeurd', zo relativeert de sergeant-majoor. "En heus, we lopen meer kans in het verkeer te verongelukken, dan met deze vrachtwagen de lucht in te vliegen.' Volgende stop is langs de doorgaande weg naar Ieper. Van de politie heeft DOVO doorgekregen dat een boer hier twee granaten heeft achtergelaten. Eenmaal ter plaatse blijken het er drie. Twee zien er verroest uit, de derde is opvallend mooi schoongemaakt. "Die moet van een verzamelaar zijn', weten de mijnenexperts. "Elk jaar weer bekopen een paar van die dommeriken hun hobby met de dood', verzucht Van Parijs. In het kielzog van DOVO trekken hobbyisten het veld in, op zoek naar blindgangers. Thuis op zolder slijpen ze de granaat zelf open, halen de springstof eruit en zetten het projectiel als icoon op de schouw. "In oktober nog heeft hier een verzamelaar zichzelf opgeblazen. Toen we later zijn schuur opruimden, vonden we nog vijfduizend kilo explosieven.' De boeren in de buurt zijn gelukkig wat voorzichtiger, maar ook daar vallen nog steeds slachtoffers, weet de DOVO'er. Vooral het loswoelen van de klei is een riskante bezigheid. "Moet je je voorstellen hoe dat hier vlak na de oorlog geweest moet zijn, toen de mensen alleen nog maar paard en wagen hadden en het nog veel voller met granaten lag.'
Terug op de basis, de moderne ontmantelingsinstallatie te Poelkapelle. Kapitein Luc Moerman heeft hier de leiding. Trots op zijn voor Europa unieke granatenverwerker' geeft hij een rondleiding over het hectaren grote terrein in het bos Houthulst. Opmerkelijk genoeg hadden de Duitsers in ditzelfde bos tijdens de oorlog een munitiedepot, waar onder meer gifgasgranaten werden gevuld.
Eerst maar eens wat imponerende cijfers, denkt Moerman. Jaarlijks haalt DOVO in West-Vlaanderen zo'n 150 ton explosieven op. Gedurende de hele oorlog zijn door alle partijen samen 1,5 miljard granaten afgevuurd. De meeste daarvan zijn trouwens gewoon ontploft. Tot 1972 werden alle Belgische blindgangers simpelweg in zee gedumpt. Voor de Franse kust in de Golf van Gascogne. Sinds dit wettelijk verboden is worden alle explosieven opgeslagen te Poelkapelle. Alle binnenkomende explosieven worden eerst handmatig schoongemaakt en dan gesorteerd op afkomst (Duits, Brits of Frans) en soort (ontsteking, lengte en kailber). Voorts wordt met röntgen de inhoud bekeken. Granaten met louter een explosievenvulling worden apart gelegd van toxische granaten met chloorgas, mosterdgas of fosgeen. Van alle binnengebrachte granaten bestaat slechts vijf procent uit gifgasgranaten. Granaten met louter explosieven worden op een open terrein ingegraven en tot ontploffing gebracht. Kleinere munitie, zoals kogels, wordt verbrand in speciale ovens. De gifgasgranaten ten slotte worden gedemonteerd in de moderne, grotendeels computergestuurde ontmantelingsinstallatie. Die staat midden op het terrein, ver weg van alle nieuwsgierigen. De installatie, die de Belgische overheid dertig miljoen gulden kostte en jaarlijks in productie nog eens drie à vier miljoen, is sinds begin vorig jaar operationeel. Bij de ontmanteling, met behulp van robotarmen, worden de diverse elementen van de granaat (springstof, schroot en gifgas) gescheiden en onder de strengste veiligheidsnormen afgevoerd naar een speciaal destructiebedrijf. Decimeters dikke betonnen muren moeten voorkomen dat, mocht het misgaan en een gifgasgraat hier toch ontploft, het ook écht misgaat. "Het hele systeem is autonoom', wil de kapitein nog kwijt. Geen druppel besmet water of gifgas komt dit gebouw uit.' Het opslaan en de vernietiging van explosieven blijft een risicovolle bezigheid. Hoeveel veiligheidsmaatregelen er ook worden getroffen in het bos van Houthulst, ook hier zijn al doden gevallen.
Alweer veertien jaar geleden, vier collega's die granaten versjouwden. En zelfs onaangeroerd zijn de hier opgeslagen gifgasgranaten niet zonder gevaar. "Als het 's zomers te warm wordt, kan het hier aardig stinken', weet Moerman. Een van zijn collega's kwam jaren geleden in aanraking met mosterdgas dat uit een opgewarmde granaat lekte. Hij overleefde, maar staat nog altijd onder doktersbehandeling. Sinds begin vorig jaar heeft DOVO in Poelkapelle al tweeduizend granaten onschadelijk gemaakt. In depots op het terrein liggen nog 26.000 explosieven te wachten. En daar komen er dagelijks dus tientallen bij. De kapitein slaakt een zucht. "Ja, dit is voor ons een eeuwig durende klus. En de Westhoek ligt nog zo vol bommen, elk nieuwbouwproject levert ons tientallen dagen nieuw werk op'.
Woensdag, 06 december 2000