Poëzie in de oorlog ... John McCrae
De artistieke gevoeligheid van de kunstenaars aan het front blijft natuurlijk voortsluimeren en in rustige momenten wordt ze nu eens vertolkt in een gedicht, of een tekening dan weer in een schilderij. Dikwijls worden gedachten en gevoelens geuit die dicht bij oorlog en geweld staan of er integendeel juist zeer ver van weg drijven.
Het is op zo'n moment van rust dat de Canadese arts John McCrae zijn wereldberoemd geworden gedicht ‘In Flanders Fields’ schrijft. Het is mei 1915 in de verbandplaats van Essex Farm, dichtbij Boezinge, de klaprozen bloeien op de nabijgelegen militaire begraafplaats, waar McCrae net het graf van zijn overleden vriend heeft opgezocht. De vogels vliegen hoog in de lucht, het water van de Ieperlee stroomt rustig verder. Maar de wrede oorlog eist elke dag zijn tol.
McCrae spreekt zichzelf en anderen waarschijnlijk moed in, als hij schrijft, dat de toorts van de vrijheid moet verder gedragen worden, omdat anders elk geofferd mensenleven een zinloos offer wordt.
McCrae wordt op-30 november 1872 geboren in de Canadese plaats Guelph. Na zijn militaire opleiding studeert hij geneeskunde. Hij is als patholoog verbonden aan het hospitaal van Montreal en geeft les aan de bekende Mac Gill University.
Via de Pen en Pencilclub onderhoudt hij kontakten met gekende dichters en publiceert in die tijd reeds enkele gedichten.
Hij vecht als vrijwilliger tegen de Boeren in Zuid-Afrika en schrijft zijn eerste oorlogsgedichten.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt hij samen met zijn vader, die militair is, en zijn broer opnieuw vrijwilliger bij de Canadian Expeditionary Force. Hij wordt aangesteld als brigadearts van de ‘1st Brigade Canadian Field Artillery’.
Hij bevordert tot luitenant-kolonel en komt in april 1915 terecht bij de medische hulppost ‘Essex Farm’, genoemd naar de nabijgelegen hoeve, bij de Brielen Bridge in Boezinge.
Hier verzorgt hij o.a. de slachtoffers van de Duitse chloorgasaanval van de tweede Slag bij Ieper in april 1915. Hij schrijft er het gedicht ‘In Flanders Fields’.
Korte tijd later wordt hij hoofd van de Geneeskundige Dienst van het ‘Canadian Hospital 3’ in Boulogne.
Zijn gedicht wordt gepubliceerd in het Londense weekblad ‘Punch’. Het spreekt aan, het wordt zelfs als propagandamiddel gebruikt bij de werving van vrijwilligers. Vele soldaten leren het uit het hoofd. Enige tijd later zal McCrae toegeven, dat dit gedicht van zijn hand is. Literair gezien is het misschien geen echte hoogvlieger, maar het spreekt aan door zijn oproep tot de strijd voor de vrijheid, meer nog door de trilling van het leven, die er voelbaar in is, maar vooral door zijn medeleven met de doden, die alles wat hen lief is, hebben achtergelaten.
McCrae is zelf ook getroffen door het chloorgas en krijgt zowel op het fysische als op het psychische vlak minder weerstand tegen het oorlogsgeweld en ondanks zijn sterk militair bewustzijn, is hij ontredderd bij het zien van de vele slachtoffers, die de Slag bij Vimy van 1917 heeft gemaakt.
Het gedicht ‘The Anxious Dead’ dat hij naar aanleiding van dit gevecht schrijft, drukt echter nog steeds een sterk patriottisme uit. Of is ‘vrijheidslievendheid’ misschien een juister woord? Hij identificeert zichzelf in sterke mate met de gesneuvelde soldaten en we vinden dit ook terug in één van zijn uitspraken: “als jullie de herinnering aan ons, die moeten sterven, niet levendig houden, zullen wij nooit in vrede kunnen rusten”.
Deze handwerkende geneesheer wordt in 1918 benoemd tot consulterend geneesheer van de Britse legers in Frankrijk. Op de dag van de promotie wordt hij ziek, krijgt tegelijk een long- en hersenvliesontsteking en overlijdt enkele dagen later in het Britse hospitaal van Wimereux, waar hij op het nabijgelegen Wimereux Communal Cemetery begraven ligt.
Het wekt verwondering op dat hij een liggende grafsteen gekregen heeft, in plaats van een staande, zoals dit op alle Britse begraafplaatsen wel het geval is. Dit is geen gevolg van een persoonlijke onderscheiding, maar van de onstabiele grond.
‘We shall keep the faith’ is het antwoord dat de Amerikaanse dichteres M. Michael heeft gegeven op het gedicht van McCrae. Zij komt op de idee om op 9 november 1918 klaprozen uit te delen op een Y.M.C.A. bijeenkomst.
Nog anderen zien in de ‘klaproos’ ‘Le coquelicot’ of de ‘the poppy’ tegelijk een dankbaar symbool ter 'herinnering aan de oorlogsslachtoffers en een symbool voor de steun van behoeftige oud-strijders.
De ‘Commemoration Day’ wordt bij gelegenheid zelfs ‘Poppy Day’ genoemd en in de tuin van het geboortehuis van John McCrae groeien deze klaprozen.
Ook nu nog sieren elk jaar de ‘Poppies’ de talloze Britse begraafplaatsen en oorlogsmonumenten in West-Vlaanderen.
(Bron: Catalogus ‘Naamstenen 1914-1918’, Provincie West-Vlaanderen 1988)
In Flanders Fields
In Flanders Fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders Fields
Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders Fields
-----------------------------
Au Champ d'Honneur
Au champ d'honneur, les coquelicots
Sont parsemés de lot en lot
Auprès des croix; et dans l'espace
Les alouettes devenues lasses
Mêlent leurs chants au sifflement
Des obusiers.
Nous sommes morts,
Nous qui songions la veille encor'
A nos parents, à nos amis,
C'est nous qui reposons ici,
Au champ d'honneur
A vous jeunes désabusés,
A vous de porter l'oriflamme
Et de garder au fond de l'âme
Le goût de vivre en liberté.
Acceptez le défi, sinon
Les coquelicots se faneront
Au champ d'honneur
Traduction en français door Major Jean Pariseau
------------------------------
In Flanders Fields
Geen Vlaamse klaproos of ze bloeit
wel naast een kruis dat een verknoeid
bestaan markeert; en in de lucht
geen leeuwerik of zijn gerucht
verijlt wanneer een vuurmond loeit.
En wij zijn dood. Geen zon die gloeit,
geen lief dat onze zinnen boeit;
wij slaakten onze laatste zucht
in Vlaanderen.
De vijand die gij zo verfoeit:
hij worde door het vuur verschroeid
dat in u brandt. Maar als gij vlucht
maakt gij van ons een kille klucht
des doods, hoewel de klaproos groeit
in Vlaanderen.
Nederlandse vertaling door Benno Barnard