Alex SCOTT - Glasgow 28.03.1896 - Zillebeke (Hooge) 06.06.1916 Robert SCOTT - Glasgow 03.08.1882 - Zillebeke (Hooge) 06.06.1916 28th Battalion Canadian Infantry Beide broers landbouwers, waarvan de ouders volgens inschrijvingspapieren nog steeds in Schotland woonden, meldden zich op 18 december 1914 te Minnedosa (Manitoba) om dienst te nemen in het Canadese leger. Na de gebruikelijke opleiding werden ze op 25 mei 1915 naar hun eenheid, het 28ste bataljon gestuurd. Dit kwam terecht in de 6de brigade van de 2de Canadese divisie. Op 28 mei 1915 scheepten zij in op de SS Northland richting Verenigd Koninkrijk waar ze op 7 juni 1915 voet aan wal zetten in Plymouth. Vandaar ging het richting Shorncliffe, een garnizoenstad in Kent, een vijftal kilometer van Folkestone. De opleiding werd daar vervolledigd en uiteindelijk kwamen ze op 18 september 1915 aan in Boulogne. Volgens de geschiedenisboeken was de 2de Canadese divisie voor het eerst betrokken bij een veldslag in Vlaanderen tussen 27 maart - 13 april 1916 en dit bij Sint-Elooi. Een van de slagen die altijd in één adem met de Canadezen wordt vernoemd is echter de slag van Mount-Sorrel (Zillebeke). Deze minder bekende maar bijzonder heftige slag had plaats tussen 2 en 13 juni 1916. Drie Canadese en een Britse divisie namen eraan deel. Vooral 6 juni 1916 was een bijzonder zware dag voor de Canadese soldaten met veel doden en vermisten. Ook voor de broers Scott was dit het eindpunt van hun leven. Vragen werpen zich op zoals: wat zette hen aan om vrijwillig dienst te nemen in het Canadese leger? Het feit dat ze hun roots in Schotland hadden of gewoon een economische realiteit? De kronieken zijn bijzonder kort: zij spreken van een Duitse aanval op het Hoge (Zillebeke) waar om 15.05 uur vier zware dieptemijnen door hen tot ontploffing worden gebracht vlak onder de loopgraven van het 28ste Canadese bataljon. De gevolgen laten zich niet raden: de 2 compagnies die zich op dat ogenblik ter plekke bevonden worden lakoniek bechreven als zijnde vernietigd: annihilitaed, wiped out. Samen met de gebroeders Scott worden nog 21 strijdmakkers gedood en zijn er 213 voor altijd vermeld op de Menenpoort als vermist. Onder hen nog twee broederparen William en Reuben Gillespie en John en Allan Woodside. They shall grow not old, as we that are left grow old. Age shall not weary them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning We will remember them.