Leven en dood in Koksijde en Veurne-Ambacht tijdens WO I
Burgemeester Marc Vanden Bussche van Koksijde las enkele jaren geleden het dagboek van Jeanne Delaunoy, waarin ze schreef over haar ervaringen als verpleegster in het Océanhospitaal in DePanne en over haar verblijf in Sint-Idesbald. Na deze lectuur begon hij aan een chronologisch verhaal over het wel en wee van de inwoners en soldaten in de huidige gemeenten Koksijde, De Panne, Nieuwpoort en Veurne.
Zijn verhaal begint bij de grote mobilisatie op 31juli 1914 en eindigt op 31 december 1918. In oktober 1914 vestigden koning Albert en koningin Elisabeth zich in De Panne voor een verblijf van meer dan vier jaar. Door deze keuze van het vorstenpaar werd de kust gemeente de feitelijke hoofdstad van het niet-bezette België. Nieuwpoort was eind oktober 1914 al volledig tot puin herleid en zou vier jaar lang uitsluitend een frontstad zijn. Alle Nieuwpoortenaars waren verplicht in ballingschap gegaan. Een grote kolonie vluchte lingen vestigde zich in Sint-Idesbald, dat “klein Nieuwpoort” werd genoemd, en van waaruit het stadsbestuur verder functioneerde. Veurne was tot eind januari 1915 de zetel van het groot hoofdkwartier van het Belgische leger, dat daarna verhuisde naar Houtem.
Koksijde, met het eerste Belgische militair vliegveld Ten Bogaerde, was de standplaats voor veel Franse generaals en de vele kampementen van zoeaven en fusiliers marins. Tegen deze achtergrond vertelt de auteur het verhaal van notabelen en streek guren, van burgemeesters en pastoors, van Franse generaals en Engelse verpleegsters, van familiedrama’s en gruwelijke aanslagen, van de evacuatie van de IJzerkinderen en de plaatselijke bevolking, van de lokale veldslagen, van oorlog en vrede. De samenhang tussen de tot leven gebrachte hoofdrolspelers en de verbanden tussen de oorlogsgebeurtenissen vormen de leidraad van dit boeiende boek.
Technische gegevens:
- Auteur: Marc Vanden Bussche
- ISBN: 978-90-5856-5129
- Stichting Kunstboek
- Hier te bestellen