De oorlog van Valentin - Brieven van Oostendenaar Valentin Dewaele, kanonnier aan het IJzerfront
Tussen 1914 en 1919 schreef soldaat Valentin liefst 450 brieven aan zijn moeder en zuster. Hij was artillerist aan het IJzerfront, zij waren vluchtelingen in North Wales. In oktober 1914 hadden ze hun stoffenwinkel 'In het Anker' te Oostende verlaten en waren het Kanaal overgevlucht. In april 1915 bood de 19-jarige Valentin zich aan als oorlogsvrijwilliger.
Na zijn opleiding arriveerde hij in februari 1916 aan het IJzerfront en werd ingedeeld bij de 59ste batterij (met vier 105 mm kanonnen) van het 4de Artillerieregiment. De geselecteerde brieven en notities geven een goed beeld van het dagelijks leven van een soldaat tijdens de Grote Oorlog.
Eerst schrijft Valentin vanuit het opleidingscentrum: "Soep en stamppot, altijd maar stamppot. Later wil ik dat nooit meer zien!" Dan komt hij terug in België. "Bij de artillerie is er weinig gevaar," stelt hij zijn moeder gerust, "veel slechter is het in de loopgraven". Op een slordig briefje schrijft Valentin dat hij gek wordt, want: "We worden opgevreten door vliegen en muggen. Zou je dringend enkele vliegenvangers en wat muskietengaas kunnen opsturen?"
Over de verblijfplaatsen: "Net is alles leefbaar en netjes, of we verhuizen weer naar een andere stinkplaats." En over de voeding: "Gisteren een buitenkansje: we hebben het paard van de kapitein moeten afslachten wegens een zware wonde aan de knie."
Technische gegevens:
- 18,95 EURO
- 160 blz., 25 op 18 cm, 60 foto's
- Gebonden met harde kaft
- Bewerking: Jacques Dewaele
- Uitgeverij De Klaproos
- Dit boek is niet meer verkrijgbaar (01/02/2007).
Gepubliceerd 14/04/2000.