Documentatiecentrum In Flanders Fields Museum
-
17.09.2019
De Belgische militairen die dienst hebben genomen, gemobiliseerd werden of opgeroepen werden, kunnen in drie categorieën worden ingedeeld:
1. De miliciens
De Wet op de Militie van 8 mei 1847 bepaalt de leeftijd van de dienstplichtige op 19 jaar plus 1 dag (voorheen 18 jaar). Deze leeftijdsbepaling is nog steeds geldig bij het uitbreken van de oorlog en dus op de dienstplichtigen die op 4 augustus 1914 onder de wapens waren, de klasse 13. Er zijn wel uitzonderingen. Jaarlijks maakte een klein deel van de opgeroepen dienstplichtigen gebruik van een of andere vorm van uitstel (bijvoorbeeld hulp in het landbouwbedrijf van de ouders). Concreet wil dit zeggen dat in een opgeroepen klasse de overgrote meerderheid weliswaar 19 jaar was maar dat er enkele oudere soldaten tussen liepen.
Belangrijk is wel om weten dat een milicien van de klasse 1899 in zijn dienstjaar 19 jaar is maar dat hij bij de mobilisatie van augustus 1914 intussen 34 jaar is geworden. Deze berekening dient dan ook gemaakt te worden voor alle opgeroepen klassen van 1899 tot en met 1912.
2. De vrijwilligers
Tussen augustus 1914 en juli 1918 hebben 32.000 Belgen zich vrijwillig aangeboden om dienst te nemen voor de duur van de oorlog. In deze massa is de leeftijd zeer verscheiden. We nemen als voorbeeld twee extremen:
- Jan KIGGEN, die in augustus 1914 vrijwillig dienst nam en slechts 15 jaar en 10 maanden oud was
- (papa) Barthélémy MERX, die in 1914 bij dienstname 65 jaar en 6 maanden was.
3. De Speciale Contingenten tijdens de oorlog
Het parlement was tijdens de oorlog in de onmogelijkheid om bijeen te komen en kon dus niet het jaarlijks contingent bij wet bepalen. Om het leger toch op een minimale getalsterkte te houden werden bij koninklijk besluit jaarlijks Speciale Contingenten opgeroepen. Dit sloeg uiteraard slechts op de Belgen die in het niet-bezette deel van België verbleven of die gevlucht waren naar Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, etc …
De leeftijd van de opgeroepenen van deze contingenten verschilde van jaar tot jaar:
- 1915: geboren tussen 1 januari 1890 en 31 december 1896, dus 18 tot 25 jaar (18.000 man)
- 1 maart 1916: geboren tussen 1 januari en 31 december 1897, dus 18 of 19 jaar (3.600 man)
- 31 juli 1916: geboren tussen 30 juni 1876 en 1 juni 1898, dus 40 tot 18 jaar (33.600 man)
- 1 maart 1917: geboren tussen 30 juni 1886 en 1 juli 1898, dus 19 tot 31 jaar (2.130 man)
- 1 maart 1918: idem als 1917 (3.338 man)
Rob Troubleyn, Kenniscentrum In Flanders Fields Museum