Hill 60 en de Caterpillar
Hill 60 is een helling die rond 1850 kunstmatig verhoogd werd met gronden die uitgegraven waren om de diepe sleuf voor de spoorlijn leper-Kortrijk aan te leggen. Daardoor reikte de hoogte ongeveer 60 meter boven zeeniveau. Ook aan de andere zijde van de spoorwegsleuf, in het jachtdomein De Vierlingen, werd aarde opgeworpen. Daar kreeg de ophoging een merkwaardige, gekronkelde vorm die op enkele luchtfoto's van voor de mijnenslag goed te zien is. De gelijkenis met de gelede romp van een rups gaf de hoogte haar naam: The Caterpillar.
Om deze strategische hoogtes werd hardnekkig gevochten. Het Duitse leger veroverde ze op de Fransen op 10 december 1914. De geallieerden wilden het gebied tegen elke prijs terugwinnen. Ze groeven onderaardse gangen tot onder de Duitse stellingen. Op het uiteinde werden vijf zware mijnladingen aangebracht. Die werden op 17 april 1915 tot ontploffing gebracht. Tegelijk greep een massale Britse stormloop plaats op de Duitse stellingen. Het gevecht herschiep de heuvel in een immense modderpoel vol granaattrechters, boomstronken en gesneuvelde soldaten. De Britten veroverden de heuvel.
Na drie weken zetten de Duitsers een zware tegenaanval in met chloorgas. De Brittén moesten wijken en verloren in totaal meer dan 3.000 soldaten.
In de volgende jaren heerste zowel op als onder de heuvel grote bedrijvigheid. Vanaf de voet van de helling groeven de Britten, 20 à 30 meter diep, bijna 500 meter lange galerijen uit: de Berlin Tunnel. De gang splitste zich in de laatste 100 meter in twee: een gang tot onder Hill 60, de andere onder de spoorwegsleuf door, tot onder de Caterpillar. Duitse Pioniere groeven tegengangen en plaatsten tegenmijnen. De ondergrondse oorlog woedde hier in alle hevigheid.
Op 7 juni 1917 ontploften 27,4 m onder Hill 60 en 30,5 m onder de Caterpillar twee enorme mijnladingen van respectievelijk 24.267 kg en 31.752 kg springstoffen. Het helse Britse offensief dat erop volgde, ondersteund door moordend artilleriegeschut, dreef de Duitsers terug. Hill 60 en de Caterpillar vielen opnieuw in Britse handen.
Tijdens het grote Duitse offensief van april 1918 verloren de geallieerden Hill 60 voor de derde keer. Pas eind september 1918 zouden de Duitsers hun Höhe 60 definitief prijsgeven.
Het domein Hill 60, met zijn pokdalige landschap, betonnen bunkers, schuilplaatsen, loopgravenstructuren, mijnkraters en bomputten is één van de weinige authentiek gebleven oorlogslandschappen van de Westhoek. Het is vrij toegankelijk. De indrukwekkende krater van de Caterpillar ontdek je via het wandelpad dat langs de overzijde van de spoorwegsleuf ligt.
(Bron: thematische fietstocht 'De mijnenslag van 1917' - Westtoer)