Sapper George Edward Johnson verongelukte op 30 april 1918 op 25-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery In Plot III Rij D Graf 32.
Uittreksel uit "The London Gazette", No. 30,876, van vrijdag 30 augustus 1918, over de daden waarvoor de Albert Medal werd toegekend aan C.S.M. A. H. Furlonger, D.C.M. Spr. J. C. Farren en Spr. G. E. Johnston die allen begraven liggen op Haringhe (Bandaghem) Military Cemetery, alsook aan Lce. Cpl. J. E. Bigland en Spr. J. H. Woodman, allen behorend tot de Royal Engineers :
“Op 30 april 1918 werd een volgeladen munitietrein geplaatst in een munitiedepot. Nadat de locomotief ontkoppeld werd en van de trein wegreed, ontstond er brand in de tweede wagon. Furlonger beval treinbestuurder Bigland onmiddellijk om de locomotief achteruit te rijden om de eerste twee wagons weg te trekken. Bigland deed dit zonder aarzelen en Furlonger koppelde samen met Farren de wagons terug aan de loc terwijl Woodman de brandende wagon loskoppelde van de rest van de trein. Dit lukte en de locomotief trok de twee wagons weg uit het depot met de bedoeling de brandende wagon iets verder los te koppelen van de locomotief en de eerste wagon. Dit loskoppelen was bijna gebeurd toen de munitie in de tweede wagon ontplofte en daarbij Furlonger, Farren en Johnston doodde en Bigland ernstig verwondde. Zonder het onmiddellijke en dappere optreden van deze mannen zou het volledige munitiedepot ongetwijfeld in de lucht gevlogen zijn en zouden velen gestorven zijn.”